Onze eerste tocht naar Frankrijk
Deze reis naar Frankrijk was, voor ons, een grote tocht welke nogal wat voorbereiding kostte. We zijn 54 dagen van huis geweest, de gevaren afstand bedroeg ca 1380 km, het aantal motoruren bedroeg 213,41 en we hebben daarbij ca. 410 liter diesel verbruikt.
Onderweg zijn we door 186 sluizen geschut en zijn we 6 keer door een tunnel gevaren waarvan de langste 5670 meter was (Riqueval).
Op onderstaande kaart is de route aangegeven die we gevaren hebben. Alle foto's staan in een diashow aan het eind van dit artikel.
De voorbereiding:
Allereerst moet het schip officieel over twee marifoons beschikken. Omdat ik alleen een antieke handmarifoon had en niet over een basiscertificaat marifonie beschikte, werd er een Garmin 100i aangeschaft en door mezelf gemonteerd. (kosten ongeveer 265 €). Nu moest er nog examen gedaan en gehaald worden. Een cursus via internet kostte 70 €; het examen 35 € en het certificaat 27 €. Het gehele traject duurde ongeveer 2 maanden (d.w.z. aanvraag 3 weken, uitslag 3 weken en uitgifte certificaat 2 weken.) Ook besloot ik na 38 jaar vaarervaring toch maar het klein vaarbewijs 1 te halen(zou verplicht zijn in België en Frankrijk). Wel zuur als achteraf blijkt dat je in deze landen zo op een huurschip kan stappen zonder vaarbewijs. Afijn, weer ongeveer 6 weken van aanvraag tot bewijs en de nodige eurootjes.
Route voorbereiding:
Voor België werd de Belgische vaarwegen navigatie atlas & gids van Rouck Geocart (ongeveer 40 €) aangeschaft.
Voor België (Vlaanderen) moet ook een vaarvignet aangeschaft worden. Kosten voor ons schip: 25 €. Let op! Dit vignet is een half jaar geldig. (van 1 jan tot 30 juni of van 1 juli tot 31 december. Dus als je in juni en juli in Belgisch Vlaanderen wilt varen ben je niet met één halfjaar vignet klaar.
Voor Frankrijk: Vaarwijzer Franse binnenwateren van Nelly Duijndam en Hans Westerweel (ongeveer 35 €). Het boek is zeer informatief, bruikbaar en dus een aanrader. Als kaarten werden voor onze route de fluviacartes 8, 14 en 24 van Voies navigables aangeschaft (0ngeveer 65 €).
De kaartinformatie van België zowel als Frankrijk is allerminst up to date ondanks dat de Franse kaarten 8 en 24 van 2011 waren. Ik kom hier in het reisverslag nog op terug.
Verder werd van internet alle mogelijke informatie over bedieningstijden en te verwachte stremmingen geplukt. Toch werden we nog verrast door een stremming (17 dagen) van een sluis in de Grand Cabarit, waardoor we gedwongen waren om te varen via La lys (Leie) en La Deûle. De beste informatie in hierover is te vinden op de Carte des chômages van Voies Navigables de France. We kregen dit kaartje bij het kantoor Voies Navigables de France op ongeveer 300 m van de eerste sluis (Jeu de Mail) in de Grand Cabarit waar ook het vignet werd gekocht (kosten voor 1 maand voor 23,5 m2 : 66,20 €). De laatste kostenpost voor Frankrijk bedroeg die voor de aanschaf van een reddingsboei met lijn (45 €).
Tevens is het handig om een waterslang van voldoende lengte en diverse aansluitingen mee te nemen. In bijna alle Belgische jachthavens zijn geen slangen beschikbaar.(legionella hysterie) Ons bevalt de oprolbare platte slang van Gardena heel goed. Ook is een Franse geaarde stekker handig bleek in Reims. In Veurne(België) werden we geconfronteerd met een grote maat Eurostekker voor 220 V. Neem ook voldoende reserve onderdelen mee voor de motor. Te denken valt aan: filters, brandstofpompje, verstuiver, oliën en vetten e.d. Bootreparatie bedrijven zijn in Frankrijk zeldzaam, evenals kranen die een gemiddeld schip kunnen tillen.
Al met al kostte de voorbereiding incl. marifoon, reddingsboei, vignetten en reserve onderdelen ons ongeveer 650 € en veel tijd.
Reisverslag:
17 mei 2012, het is Hemelvaartsdag en om 12 uur varen we(schipper(70), schipperse(66) en poes Zoë(3)) de haven van Waspik uit met de LUTINE, onze Ten Broeke 875 (bouwjaar 1974), voor onze rondreis door België en Frankrijk.
De Lutine met een “erg vermoeide” schipper.
Vanwege de stevige wind besluiten we om via Mark en Steenbergse vliet richting Volkerak te varen. Om ongeveer 16:00 uur meren we af even voorbij Terheijden aan een balk en een paar palen in de Mark. Het weer was goed en we hebben geen regen gehad. Wel ontdekte we onderweg dat de claxon defect was(de circuitbreaker popte steeds uit) en ondanks verwoede pogingen hem nieuw leven in te blazen moest het 38 jaar oude apparaat(type met compressor) als overleden worden afgeschreven. Tot overmaat van ramp blijkt ook het ankerlicht niet te werken. (motorurenstand: 498.40; sluizen: 1)
18-5. Om ongeveer 09:30 gooien we los en varen verder. Het zonnetje breekt door en er steek een stevig briesje op. Het is best lekker weer. Bij de spoorbrug van Zevenbergen loopt het spaak. Normaal kunnen we er onder door, maar de doorvaartopening wordt aan de andere kant geblokkeerd door een binnenschipper die voor de verkeerde doorgang ligt. De goochemerd ligt zo dicht op de brug dat deze zelfs niet gedraaid kan worden. Na (via de sportknop) contact verkregen te hebben met de brugwachter en een telefoonnummer van de brugwachter voor de sukkel aan de andere kant, varen we na toestemming maar aan de verkeerde kant onder de brug door. Het waait ondertussen hard en we meren om 15:30 af bij Benedensas, wederom aan een balk met palen. (motorurenstand: 503.40; sluizen: 0)
19-5. Het is mooi weer en vertrekken om ongeveer 9 uur naar de jachthaven van Tholen en meren daar om 12 uur af. We lunchen en gaan op pad voor boodschappen. Dat viel even tegen. De C-1000 bleek op ongeveer 1600 m afstand te liggen en dat is lopend met boodschappen toch een heel eind. Op de terugweg nog even een harinkje en wat garnalen gekocht en dan terug naar het schip om het ankerlicht te repareren. Dit bleek nog een hele klus want de dakdoorvoer was stevig geoxideerd. Gelukkig zat er bij de uitgebreide voorraad reserveonderdelen ook nog een nieuwe. Een nieuwe claxon was niet te koop in Tholen. Zal dus moeten wachten tot morgen in Antwerpen. Ondertussen lakte de schipperse het luik. Dan is het alweer etenstijd. (motorurenstand: 506,19; sluizen:0)
20-5. We vertrekken op tijd naar Antwerpen. Het heeft vannacht een paar uur gehoosd en Zoë vond dat maar niets. Ze spookte de hele tijd rond en hield mij aardig uit de slaap. Bij de Kreekraksluizen is het wachten geblazen.
De kreekraksluizen
Duurt meer dan een uur voor we geschut worden. Gelukkig schijnt na de sluis de zon en maken we ons op voor de slag met de haven autoriteiten van Antwerpen. Bij het verplichte meldpunt wordt ons nieuw aangevraagde FD-nummer niet gekend. Ook het 20 jaar oude van onze vorige België-reis is onbekend. Of we het maar even willen regelen in het Willemdok (jachthaven van Antwerpen). Hier komt dan de grote verassing. Het Willemdok is bereikbaar via twee bruggen, waarvan de laatste slechts om de ongeveer 2 uur wordt gedraaid, maar niet tijdens de spitsuren! (als je pech hebt en je komt door de week na twee uur aan dan ben je pas om tegen 6 uur weer aan de beurt. We waren een kwartier te laat maar hadden het“geluk” dat het zondag was en waren rond 4 uur aan de beurt. Dus maar weer wachten, terwijl er geen fatsoenlijke afmeerplaats beschikbaar is. Dan maar afgemeerd op de plaats van de rondvaartboten. Het Willemdok is een mooie, pas vernieuwde jachthaven met alle faciliteiten.(zelfs internet). De havenmeester was al op de hoogte van de FD-nummer problemen en had maar alvast een nieuw aangemaakt. Ons derde dus.(maar wel een goede service van de man). Tegelijk kwam er een telefoontje van de haven autoriteiten met de mededeling dat ze onze oude nummers hadden gevonden, excuus! Die mennekes toch! Na rijp beraad werd besloten om het derde en laatste nummer maar verder te gebruiken. We maken ons op voor het avondeten en besluiten morgen een dag in Antwerpen te blijven om een claxon te kopen(zeer uitgebreide watersportwinkel op de kade) en te monteren. Daarna kunnen we dan nog de stad te bekijken. (motorurenstand: 511,40; sluizen:1)
21-5. Na het ontbijt naar de watersportwinkel. Een nieuwe, dit keer elektrische claxon, gekocht. Ook nog vier zelfborgende RVS moertjes M5 en aan het werk. Tegen de middag was het gefikst en gingen we de stad in. De markt is mooi, maar de kathedraal valt tegen. We eten een frietje en hebben daar de rest van de dag spijt van. Al wandelend komen we in de, door Jezuïeten gestichte, St. Carolus Borromeuskerk terecht.
Interieur St. Carolus Borromeuskerk.
Een ware barokke kunsttempel met schilderijen van o.a. Rubens, die ook een deel van het plafond heeft geschilderd. Drinken nog een pilsje op de kade en gaan terug aan boord.
22-5. Doen rustig aan, tanken en helpen een paar oude mensen naast ons met de reparatie van een dekstoel. Om 10 uur draait de brug en gaan we in konvooi naar de Royerssluis. Daar is het bal. Veel vrachtverkeer dat net als wij met gunstig tij de Schelde op willen. Het gaat verschrikkelijk langzaam (getijde sluis) en er zijn al vrachtschepen die horen dat ze tot 6 uur ‘s-avonds moeten wachten. Wij hebben geluk en kunnen om ongeveer 12 uur nog net achterin de sluis mee en varen nog met gunstig tij de Schelde op.
De schelde bij Antwerpen
Het einddoel voor vandaag is Dendermonde. Het gaat snel met 4 km stroom mee. Onderweg zien we prachtige nieuwe afmeerplaatsen die niet op de kaart staan. Op de smallere gedeeltes zijn veel draaikolken en onderstromingen. Bij Dendermonde is een oude stijger maar geen plaats. We besluiten door te varen naar de sluis en daar achter te overnachten. Bij de sluis kopen we tegelijk ook ons vignet voor België. (motorurenstand: 517,37; sluizen:2)
23-5. Liggen bij de sluis van Dendermonde en vernemen van de sluiswachter dat het tij om 3 uur weer gunstig zou zijn. Ik ga brood halen in Dendermonde en aangezien de fiets niet tegen een kademuur van ongeveer 4 m ophoog te krijgen is ga ik maar te voet. Dat bleek bijna 2 km heen en terug te zijn. Maar ja, tijd zat. Tegen 1 uur meert er een vrachtvaarder af. De schipper vertelt ons dat er 3 km terug op de Dender een pracht van een afmeerplaats voor de sport is, die niet op de kaart staat. Hoezo kaarten up to date! Om 3 uur wagen we het er op. Eerst weer door de sluis en dan de Schelde op. Jawel bijna 3,5 km stroom tegen. Ongeveer 1 uur voor Gent kenterde het tij pas. Vlak achter de Sluis van Merelbeke vinden we een plaatsje in de jachthaven aldaar. Een heerlijke rustige jachthaven met gebruik van elektra, water, wasmachine, droger en internet voor 11 € per nacht. Werkelijk een aanrader. (motorurenstand: 522,53; sluizen:2)
24-5. We blijven een dagje over en gaan op de fiets naar Gent. 10 minuten zei de havenmeester, maar dat bleken er voor ons 40 te zijn. Via het VVV aan de wandel. Fort Gravensteen is prachtig en ook de vele mooie gevels konden ons bekoren.
Fort Gravensteen te Gent.
Na de stadswandeling nog boodschappen gedaan en dan weer terug naar het Lutientje. Het is ondertussen behoorlijk heet en we koelen ons zelf met een lekker biertje.
25-5. Het weer is weer prachtig. Op aanraden van de havenmeester maken we een omweg door Gent en vervolgen ons tocht over de Leie. De tocht door Gent is de moeite niet waard, de Leie daarentegen is prachtig. We eindigen de dag in Deinze aan een aanlegplaats bij de kerk. Supermarkt op 100 m. (motorurenstand: 527,21; sluizen: 0)
Het verlichtte kerkje van Deinze.
26-5. Eerst boodschappen gedaan en dan vertrekken we richting Brugge. Via het verbindingskanaal komen we weer op het kanaal van Gent naar Oostende. Onderweg waait het hard en gaan we tanken in een klein jachthaventje voor speedbootjes. Achteraf geen gelukkige keuze want er was erg weinig ruimte en de oude havenmeester die ons te hulp schoot was niet in staat de boot te houden wat dus lakaverij aan de boeg betekende. Bij het wegvaren kregen we ook nog een veeg van een speedboot en dus moest er weer geverfd en gepoetst worden. Tegen de avond komen we in Brugge aan waar we de pinksterdagen zullen blijven. De jachthaven Flandria is van alle gemakken voorzien, maar 2 € voor een douche is bovenop een havengeld van 13,50 € toch wel pittig. (motorurenstand: 532,42; sluizen: 0)
27-5. We gaan Brugge verkennen op 1ste Pinksterdag. Het was bomvol en we lopen de door de schipperse uitgestippelde route. Het is warm en komen tegen tweeën weer in de jachthaven terug. Het beroemde Begijnhof was een grote teleurstelling(een grote vlakte met lang gras en onkruid). Het hofje van het st. Jozef Godshuis was daarentegen een verademing.
Het hofje van st. Jozef Godshuis te Brugge.
Prachtige bloemperken en een oase van rust. In de kantine van de jachthaven een pilsje gepakt en de F1 race van Monaco bekeken. ’s-Avonds smullen we van een heerlijk Vlaams vispannetje in de kantine.
28-5. Iets koeler maar nog steeds mooi weer. We lopen vandaag de “stille Brugge” route. Het is een stuk rustiger dan gisteren. Ook maken we er een rondvaart.
De twee oudste bruggetjes van Brugge gezien vanuit de rondvaartboot.
Terug in de haven draait de schipperse nog snel een wasje en gaan we onder de douche. Vroeg en moe naar bed.
29-5. Eerst even vers brood gehaald en dan varen we om 10:15 weg richting Oostende. We passeren vlot de eerste drie bruggen. Daarna moeten we in de sluis bijna drie kwartier wachten op een spits die er nog aankwam. Vervolgens is het passeren van de volgende bruggen één langdurige grote wacht- en drijfpartij. Bij de laatste bruggen slaat de spits rechtsaf, wordt verder geholpen, maar wij krijgen dubbel rood voorgeschoteld van de etterbakken. Na de lunchpauze van de heren laten we pas om 13:15 de laatste stadsbrug achter ons. We volgen het kanaal van Gent naar Oostende richting Oostende en leggen aan bij een klein passantensteigertje bij het plaatsje Oudenburg. Het is ondertussen wel 10 graden koeler geworden. (motorurenstand: 536,47; sluizen: 1, maar die zou eigenlijk dubbel moeten tellen)
30-5. We vervolgen onze weg en varen met het eerst volgende konvooi verder richting Nieuwpoort. Bij de Gravensluis begint de ellende wederom. De brugbediening voor de sluis blijkt niet te werken.
De onwillege brug van de Gravensluis te Nieuwpoort.
Eerst twee mannetjes, dan 3 en vervolgens nog een vierde weten de klus in anderhalf uur te klaren. Ondertussen was het tij nog lager geworden maar dank zij onze geringe diepgang konden we toch door. We varen door naar Veurne. Ook hier weer behulpzame handen die ons helpen afmeren aan de erg korte vingersteiger. Het gevolg was wederom enig schilderwerk aan de boeg. (motorurenstand: 542,00; sluizen: 2).
31-5. We doen eerst boodschappen bij de Aldi(jawel) en varen dan richting Duinkerken. Bij de eerste brug gaat het al mis. De brugwachter reageert niet op de marifoon en heeft op de telefoon de fax staan. Weer terug naar de haven om de brugwachter thuis te bezoeken. Hij blijkt er niet te zijn en volgens andere schippers in de haven is dat niets bijzonders. Eindelijk tegen 12 uur komt hij opdagen en draait de brug voor ons. Bij de eerste brug in Frankrijk worden onze gegevens genoteerd en ons verteld dat we op sluis “Jeu de Mail” in Duinkerken ons vignet kunnen kopen, Varen verder naar de laatste sluis in het kanaal de Furnes. De automatische bediening werkt niet en verder ziet hij er uit alsof hij de slag om Duinkerken maar nauwelijks heeft overleeft. Wat een zooitje en wat een troep in het water. Na enig geharrewar via de marifoon over hoe de sluis wel te bedienen, verschijnen er twee mannetjes die er zowaar in slagen ons ongeschonden door de rotzooi te loodsen. We gaan op zoek naar een ligplaats maar in de havens schijnt het niet veilig te zijn. We hakken de knoop door en gaan naar Bergues. Het is een mooi vestingstadje aan het eind van het doodlopende kanaal naar Bergues. Wel 8 km varen en morgen weer terug. (motorurenstand: 547,18; sluizen: 1).
De Lutine voor de stadsmuur van Berques.
1-6. We varen terug naar Duinkerken en liggen voor sluis “Jeu de mail”. Het licht staat op groen maar de deuren zijn dicht. Na ongeveer 10 minuten komt er van de andere kant een spits en gaat ons licht op rood. Als de deuren open gaan en de spits nog uit moet varen gaat ons licht op groen. Volgens ons heeft de sluismeester het licht nog niet gezien. In de sluis worden we voor het vignet verwezen naar het kantoor van de VNF zo’n 300 m verderop. We meren af na de sluis en ik loop naar het kantoor. Het is half 1 en bij het gebouw leer ik van het bordje dat ik om half drie weer welkom ben. Toch maar brutaalweg aangebeld en zo waar, ik wordt geholpen. We varen verder en besluiten een plaatsje te zoeken in het haventje van Clairmarais bij km 110,5 ter hoogte van Saint Omer. Weer een verrassing: de pontons worden helemaal in beslag genomen door rondvaartboten en bovendien ligt er een vaste brug, die weer eens niet op de kaart staat. De brug kunnen we net onderdoor.(ongeveer 2 cm speling) In het haventje vinden we nog net een gaatje en we hopen maar dat het water niet stijgt vannacht. (motorurenstand: 553,14; sluizen: 2).
Zoë met het vrouwtje aan de wandel in “de haven” van Clairmarais
2-6. Het lukt zowaar om weer onder het bruggetje door te komen en we vervolgen onze weg. We kunnen niet de Grand Gabarit blijven volgen want de sluis bij Cuinchy is in onderhoud en gestremd tot 17 juni.
Le Grand Gabarit
We slaan af naar La Lys (Leie) en meren af in het leuke haventje van Haverskerque bij St.Venant. Liggeld 6 € incl. elektra en water en een allervriendelijkste ontvangst. (motorurenstand: 558,41; sluizen: 4).
St. Venant
3-6. We vertrekken bijtijds en draaien tegen vieren La Deûle op. We hebben ondertussen ook kennis gemaakt met de onze eerste afstandbediening voor sluizen (télécommande genoemd), we krijgen hem bij de sluis van Merville voor de sluis van Armantières, maar moeten die bij de volgende sluis op La Deûle ook weer meteen inleveren. Bij de oude sluis van Deûlemont is een jachthaven maar daar worden we weggestuurd. We zouden te diep steken (90 cm?). Ook dit staat niet op de kaart vermeld. Vermoeid gaan we verder en meren af in Quesnoy sur Deûle aan een keurige vingersteiger. Geen liggeld en geen voorzieningen, ook al beweert de kaart anders. Ondertussen is het gaan regenen. (motorurenstand: 564,04; sluizen: 4).
4-6. Het regent nog steeds en het is 13 graden. Toch maar een stokbroodje gehaald. We gaan op weg. Na de eerste sluis varen we verder in de stuurhut. Na de derde zijn we drijfnat en is de temperatuur gezakt naar 11 graden, terwijl het ook nog harder is gaan waaien. We zijn ondertussen Lilles gepasseerd en uiteindelijk wordt het droog en ga ik weer naar buiten. We zijn weer terug op de Grand Cabarit en plannen voor een ligplaats bij km 49,7. Deze plaats is echter onbereikbaar (afgesloten met een hek). We varen koud en verkleumd maar weer door. Bij Courrières wordt ook een ligplaats aangegeven. We varen het canal de Lens een stukje op, maar vanwege de enorme hoop rotzooi in het water keren we snel om. De volgende optie is Courcelles les Lens. Een mooi plekje waar we afmeren aan de lange stijger. Bij de toilletten hangt een lijstje met tarieven. Liggeld: 20 €. Elektra en water 6 €; Douches 3 € en gebruik toilet 0,50 €. Spot goedkoop dus. We zijn bekaf en besluiten toch maar te blijven liggen. (motorurenstand: 570,43; sluizen: 3).
5-6. Om 9 uur is er nog niemand geweest voor het liggeld en we verlaten de haven zonder iets betaald te hebben. De zon schijnt wel maar het is nog steeds koud. We draaien het kanaal van St. Quentin in want we hebben besloten het avontuur met de sleeptunnel aan te gaan.
Kanaal van St. Quentin
Bij de eerste sluis werkt de bediening niet en kan het VNF opdraven. We krijgen onze télécommande voor het kanaal tot aan de tunnel. Normaal moet je de télécommande zelf bemachtigen via een loket op deze sluis. Bij de volgende sluis werkt het weer niet en zien we onze vriend van het VNF weer terug. Bij de derde sluis was hij er al, maar nu lukte het wel. We meren af in de haven van Cambray. Ook hier klopt weer iets niet: Er is geen werkende dieselpomp zoals op de kaart vermeld. Op het fietsje haal ik diesel en we blijven overnachten. (motorurenstand: 578,33; sluizen: 9).
Hieronder een plaatje van een télécommande zoals we die in de eerste sluis keer kregen. Deze heeft vier bedieningsknopjes. Alarme: hiermee kun je de sluisbediening stoppen. Bassinée: hiermee kun je als je ingevaren bent de schutting in werking zetten. Avalant: hiermee kun je de sluis activeren als je afvarend bent. Montant: hiermee kun je de sluis activeren als je opvarend bent.
Later kregen we een télécommande die de het knopje Bassinée niet had. Je activeert de schutting nu door een blauwe stang omhoog te bewegen. Deze stang zit samen met een rode ergens in de sluiswand. Je moet dus wel aan de goede kant afmeren om bij de stangen te kunnen. Meestal zitten de stangen aan de kant van het oude sluiswachterhuisje. De rode stang is overigens om de schutting te stoppen. Aan deze moet je trekken om hem te activeren. Ook zijn er afstandsbedieningen die alleen maar een knopje hebben om de sluis te activeren. Dit dient te geschieden bij de paal waar dat vermeld staat(ici). Op de paal gaat dan een lampje knipperen ten teken dat je signaal ontvangen is. De meeste télécommandes worden door sluiswachters uitgereikt c.q. ingenomen. Op het canal de St.Quentin lever je hem weer,via een kluisje, in bij de laatste sluis of de eerste sluis van het volgende kanaal. Doe je dit laatste niet dan gaan de sluisdeuren niet open en kun je niet verder.
Tenslotte werden we nog geconfronteerd met een rubberslang die aan een soort stellage, een paar honderd meter voor de sluis, boven het water hangt. Je moet deze slang een kwartslag rechtsom draaien. Niet te snel varen anders mis je hem!. Daarna is de procedure weer als met de stangen in de sluiswand.
6-6. Vannacht heeft het gestortregend. Zoë is dan altijd zeer onrustig, dus we hebben weinig geslapen. We gaan op de fiets de stad in en bezoeken de kathedraal en doen daarna boodschappen.
Interieur van de kathedraal van Cambray
Na de lunch gaan we verder en na de 10de sluis geven we er de brui aan. We liggen tussen twee sluizen bij het dorpje Les Rues des Vignes. Ik maak twee 15 meterlijnen klaar voor de sleeptunnel (motorurenstand: 582,58; sluizen: 10).
7-6. Om 8 uur worden we gewekt door geschommel veroorzaakt door een passerende spits.
De Lutine afgemeerd bij Les Rues des Vignes. In de sluis de bewuste spits.
Na het ontbijt gaat het verder door een parkachtig landschap naar het begin van de tunnel. Het is lekker weer en niet koud.
Landschap kanaal van St.Quentin
Begroeide sluisdeur in het kanaal van St. Quentin.
Tegen lunchtijd meren we af bij de sleeptunnel van Riqueval. Om 17:00 uur gaat het volgende konvooi maar we besluiten te blijven liggen tot morgen. Ga je wel mee dan kom je pas tegen 19:00 uur uit de tunnel en moet je vervolgens nog een stuk doorvaren omdat er op het eerste stuk tussen de tunnels een stopverbod geldt. Dat werd ons veel te laat. (motorurenstand: 584,51; sluizen: 7).
Het kanaal voor de tunnel met de stroomkabels voor de sleepboot.
8-6. De grote dag is aangebroken. Na alle indianenverhalen van anderen willen we het nu wel eens zelf meemaken. We worden achter twee spitsen gehangen met onze twee kruislings bevestigde 15 meter lijnen. En om half 10 varen we de tunnel van Riqueval (5670 m) in. Het valt reuze mee. De Franse schipper van de spits waar wij achter hangen versteld de sleeplijnen nog iets zodat ze precies even lang zijn en we probleemloos worden voortgetrokken.
In de tunnel van Regueval achter de LUCETTE
Ik hoef zelfs niet bij te sturen. Alleen hebben we het verschrikkelijk koud. Ondanks de truien die we uit voorzorg hebben aangetrokken komen we bibberend van de kou aan de andere kant. In de tunnel was het 13 graden en erg vochtig. Na 5670 meter is het over en nemen we afscheid van de sleep.
De elektrische sleepboot van de tunnel van Requeval
We blijven de spitsen volgen. Na verloop van tijd legt de tweede aan bij een loswal en blijven we achter de LORE hangen. Aangekomen bij de tweede tunnel,die van de Lesdins of Tronquoy (1098 m) staat het licht op rood. De spits vaart echter door en mijn gedachte is: waar hij vaart kan ik ook varen en bovendien zal hij wel weten wat ie doet. Waar ik geen rekening mee had gehouden was het feit dat hij heel langzaam voer, te langzaam voor mijn ralenti toerental en dus had ik houden en keren achter hem.
We varen achter de LORE de tunnel van de Lesdins of Tronquoy in.
Na de tunnel volgen nog wat sluizen. Bij de laatste sluis voor St. Quentin gaat het fout. We krijgen een stuk touw in de schroef(ik hoor het uiteinde tegen het vlak slaan) en dat is uiterst vervelend. We hebben geen koker boven de schroef en dus hebben we een probleem.
Het schutten wordt meestal geactiveerd door de blauwe stang omhoog te bewegen
We meren af in de haven van St. Quentin, waar de kaart de schipperse een wasmachine had beloofd. De haven was echter failliet en er was geen capitain, geen wasmachine, geen stroom, alleen naar een steiger. Het bijbootje wordt gestreken en ik wroet wat met de pikhaak rond de schroef of ik iets kan voelen. Ik voel niks en draai nog een paar keer vol voor- en achteruit. De onbalans is een stuk minder en ook het slaan tegen het vlak is weg. Ik besluit het even zo te laten en hoop op een wonder. Op het fietsje haal ik diesel en we blijven overnachten. (motorurenstand: 589,15; sluizen: 5 en 2 tunnels).
Sommige tuintjes tussen de sluiskolken worden nog steeds onderhouden ondanks dat er geen sluiswachter meer aanwezig is.
9-6. En vandaag gebeurt het wonder. Nadat we boodschappen hebben gedaan, varen we kort na ons vertrek de volgende sluis in. Bij het achteruit slaan om te stoppen komt voor de boeg een totaal in elkaar gedraaid stuk touw boven drijven mooi gekleurd door onze rode antifouling. De onbalans is ook weg en we zijn dolgelukkig. We varen verder en na nog 12 sluizen meren af in de jachthaven van Chauny. Een plaatje met al zijn bloemen en al z’n faciliteiten. Werkelijk een aanrader. (motorurenstand: 596,10; sluizen: 13).
De jachthaven van Chauny
10-6. De schipperse draait de laatste was en we vertrekken om half 12, verlaten het canal de st. Quentin en slaan het canal de l’Oise à l’Aisne in. Op de eerste sluis leveren we de télécommande in. De omgeving wordt steeds mooier en ook in de bomensoorten komt meer variatie. We meren af in Pinon bij de halte fluvial aldaar. Het is een prima plekje met picknick bankjes en al. Op 100 meter ligt een grote supermarkt van Carrefour en een tankstation. Ik gooi de tanks alvast vol en dan begint het te regenen. (motorurenstand: 601,00; sluizen: 5).
11-6. Zoë is weer erg onrustig van de regen en we hebben dus weinig geslapen. We staan om 7 uur op en gaan om 9 uur boodschappen doen. Het regent nog steeds en we besluiten te wachten tot het weer wat beter wordt.
Ook Zoë houdt niet van regen
Om 11 uur kunnen we weer verder, het dreigt nog steeds, maar op één bui na blijft het droog. We zitten achter de “Elvis”, een spits en het schiet voor geen meter op. In de tunnel van Braye (2365 m.) lopen we steeds weer op hem in, wat heel vervelend en moeilijk varen is. Ik moet steeds met de motor uit z’n werk en de Lutine is dan slecht bestuurbaar.
Houden en keren achter de spits “Elvis” in de tunnel van Braye.
Na de tunnel komen er nog 4 sluizen en we laten hem gaan. We meren af aan een verlaten kade vlak na de splitsing van canal de l’Oise à l’Aisne en canal lateral à l’Aisne. Ik besluit het vetkoord van de binnenste schroefaspakking te vervangen omdat ik nogal wat schroefasvet verlies en er te veel water langs de schroefas binnen komt. De flens komt makkelijk los maar er op is een ander verhaal. Hij is er op geen enkele wijze weer op te krijgen. Een van de bouten staat te ver naar buiten en er moet een grote slangklem aan te pas komen om hem weer in het gareel te krijgen. Het was een lange dag. (motorurenstand: 607,34; sluizen: 8 en 1 tunnel).
Een schutinstallatie op z’n Frans onderhouden.
12-6. We besluiten een uitstapje naar Reims te maken. Als je zo dicht in de buurt bent is zonde om zo’n kans te laten liggen. Slaan dus af bij het canal de l’Aisne à le Marne. Hier maken we kennis met een andere manier van de sluizen activeren. Boven het water hangt een slang waar je aan moet draaien.
De slang een kwart slag rechtsom draaien om de sluis in werking te stellen..
We meren af midden in de stad in de jachthaven. We hebben niet het mooiste stuk van het kanaal gezien. Redelijk veel industrie en verder erg eentonig. Maar goed het doel heiligt de middelen. Morgen gaan we de stad en de kathedraal bekijken. (motorurenstand: 613,33; sluizen: 10).
13-6. Jawel, het miezert en is grauw. We gaan toch maar op stap en bekijken wat we graag wilden zien.
De beroemde kathedraal van Reims in de miezerregen.
Na de middag wordt het droog en we gaan weer terug naar onze oude route. Ondertussen regent het weer en we doen 7 sluizen in de kou en de regen. Dan wordt het weer droog. We meren af bij een klein parkje in het dorpje Variscourt in canal lateral à l’Aisne. Zoë heeft de tijd van haar leven. (motorurenstand: 619,08; sluizen: 10).
De Lutine afgemeerd aan het parkachtige landschap van Variscourt.
14-6. Een prachtige dag. Laten eerst Zoë nog even ravotten en gaan dan weer op weg. Na de 2e sluis varen we het canal des Ardennes op. We vinden een mooi plekje na sluis 11 bij het plaatsje Barby. We doen nog wat onderhoud en luieren verder de avond door. (motorurenstand: 624,03; sluizen: 5).
15-6. Het is de hele nacht droog geweest, maar ’s-morgens plenst het. Later wordt het droog maar het is koud: 11 graden. Brr.. We varen verder het kanaal af en leggen aan in Attigny. De supermarkt is 200 m verder en er is daar ook een tankstation. We doen inkopen en ik vul de dieselvoorraad weer aan. Het is ondertussen wel droog, maar nog steeds koud. (motorurenstand: 628,17; sluizen: 5).
16-6. We liggen nog steeds in Attigny. Het plenst de hele dag en ons plan om de sluizentrap van het Canal des Ardennes te beklimmen valt letterlijk in het water. Nog even een stokbroodje gehaald om de hoek en maar weer verder met dit verslag. Tegen de avond wordt het eindelijk droog en drinken we een kop thee aan dek. Morgen beter.
17-6. En het is beter! Een stralend zonnetje begroet ons en ik haal nog gauw een vers stokbroodje voor het ontbijt. Om ongeveer half 10 gooien we los. Een Duitser die gisteren ook de hele dag is blijven liggen is al om half zeven de wal uitgestormd. Wel jammer voor hem dat op zondag de sluizen pas om 9 uur beginnen te draaien. Ook de automatische! Om ongeveer half 11 begint dan voor ons de daadwerkelijke klim.
Links de eerste sluis van het canal des Ardennes
Het valt niet mee. De sluizen zijn soms hoog(tot 3,70m verval) en de bolders staan alleen op de kade. De trapjes geven soms wat soelaas. Bij de sluizen 4 t/m 26 zit de bediening ook nog voorin, zodat we bij het vollopen de volle laag krijgen. Na 2 uur hard werken denken we te kunnen afmeren aan de enige afmeerplaats die de sluizentrap rijk is. Maar jammer, er is een viswedstrijd gaande en voor ons is er geen plaats in de herberg. In de volgende sluis blijven we dan ook maar even liggen om een broodje te smeren(er was geen ander verkeer te bekennen). Binnen 10 minuten verschijnt het autootje van het VNF met een meneer die ons vriendelijk verzoekt door te varen, want even stoppen in de sluis is niet toegestaan en maakt bovendien de automatische bediening van streek. Al kauwend druipen we af.
Canal des Ardennes. De volgende sluis ligt al te wachten.
Een paar sluizen verder zien we een duif in het water liggen. Met het schepnet wordt het beestje opgevist en op de wal te drogen gezet. Om kwart voor vijf laten we de laatste sluis achter ons (we zijn nu op ongeveer 175 m hoogte) en een kwartiertje later meren we af aan de kade in Le Chesne (geen kosten; gratis stroom en water). Doodmoe besluiten we in de plaatselijke brasserie een hapje te gaan eten. Niet slecht, een grote steak en een bord vol lekkere friet met mayo voor 9.50 € p.p. Na het eten nog even met Zoë gewandeld, die het weer presteerde om in het water te belanden. (motorurenstand: 635,23; sluizen:28).
18-6. Na een vers stokbrood vertrekken we om 10 uur uit Chesne. Het gaat nu dalwaarts en de sluizen zijn wat makkelijker te nemen. Even voorbij de sluis van La Cassine is een mooie afmeerplaats en we leggen even aan om te lunchen en de ruïne te bekijken.
Het lunchplekje bij La Cassine
Deze laatste is echter door hekken afgesloten. We varen rustig verder en bereiken de tunnel van St. Aignan. Volgens de kaart zouden er hier geen lichten zijn, maar de werkelijkheid is anders. We wachten ongeveer 5 minuten en krijgen dan groen licht.
De “niet bestaande lichten” van de tunnel van St. Aignan. Links het paaltje waarbij de afstandsbediening geactiveerd moet worden. De tunnel ligt om de hoek
Afmeren is hier niet mogelijk.
Het tunneltje is niet verlicht en niet erg indrukwekkend.
Na de tunnel gelijk twee sluizen. Om ongeveer 3 uur komen we in Pont-a-Bar aan waar geen ligplaats aan de kades voor de sluis beschikbaar is. De hele kade is bezet door huurschepen van het plaatselijke verhuur- bedrijf. De afstands-bediening werkt niet meer en een andere schipper activeert voor ons de sluis. In de sluis krijgen we een nieuwe afstandsbediening van de VNF. Na de sluis is er ruim voldoende plaats. Dit staat echter niet op de kaart. (motorurenstand: 639,54; sluizen: 6 en 1 tunneltje).
19-6. We vertrekken om half 10 en hebben gelijk al de eerste sluis om op de Maas te komen.
De laatste sluis van het canal des Ardennes of de eerste om de Maas op te komen?. Achter de deuren de Maas.
De eerste 2 sluizen zijn geen probleem maar bij de derde gaat het niet zo vlot. Deze reageert niet op de afstandsbediening en we wachten dus op de VNF. Het probleem wordt opgelost en we varen in. We liggen met twee schepen en het eerste schip initieert het schutten terwijl ik nog op de kant sta met een onwillege meerlijn en bolder te stoeien. De Lutine verdwijnt in de diepte en als de deuren openen, trek ik ze naar het trapje om ook af te dalen en uit te varen. Ondertussen sluiten de deuren. (je zal er maar tussen zitten!) Om de VNF te waarschuwen en ons te bevrijden trek ik aan het alarm. Nu werkt er niets meer inclusief de VNF(er verschijnt niemand). Nadat andere schippers middels de intercom nogmaals een aantal keren alarm hadden geslagen kwam er na ongeveer een half uur het bekende autootje en konden we weer verder. Ondertussen regent het en besluiten we af te meren in de jachthaven van Charleville.
De prachtige jachthaven van Charleville
Een goede keus, ruimte zat, niet duur( voor ons 10,10 € incl. alle voorzieningen. ’s-Avonds nemen we het dagmenu in de snack. Jambon cru, lokale worst, frites, mayo, salade en een ijsje toe. Kosten 9,90 € p.p. Houden we er ook in. Van andere schippers horen we dat er een aantal sluizen is, dat de deuren na een paar minuten zonder pardon sluit. Dus ben je er niet uit of zit je er tussen: eigen schuld, dikke bult! (motorurenstand: 643,06; sluizen: 4).
20-6. Om ongeveer half 10 vertrekken we. Bij de eerste twee sluizen moet er een aantal keren stevig met de blauwe stang gerammeld worden voor er iets gebeurt.
Weer een sluis minder !
Bij Châteux-Regnault is nog een hoekje vrij aan de steiger om boodschappen te doen. Helaas is de super tot 3 uur gesloten. We varen dus verder en vinden alleen nog volle of wel op de kaart aangegeven maar niet bestaande afmeerplaatsen.
Drie van de zogenaamde vier gebroeders aan de Maas.
We besluiten door te varen naar Revin. Bij sluis 48 (Dames de Meuse) gaat het bijna mis. Terwijl we opvaren de sluis in, glijdt de voorste afmeerlijn in het water en volgen er enkele klappen onder het schip. Na inspectie blijkt de lijn ongeveer 3 meter ingekort, maar het restant zit gelukkig niet in de schroef(dachten we). Dit soort lijn zinkt onmiddellijk en er is dus geen gevaar voor anderen. Opgelucht varen we verder. Ook de stijger bij Revin ligt vol, maar om ongeveer 5 uur meren we toch af langszij een ander gastvrij Nederlands jacht.
De prachtige “bloemetjeshaven” van Revin.
We zijn moe en besluiten om een dagje te blijven. Hopelijk komt er morgen een plaatsje vrij en kunnen we boodschappen doen en wat rondkijken. (motorurenstand: 648,57; sluizen: 7).
21-6. Vandaag begint de zomer zeggen ze. De Ardennen vieren dat met een waarschuwing(code oranje) voor zwaar noodweer. We verhalen de Lutine naar een vrij gekomen plaatsje aan het eind van de steiger.
Mooi plaatsje aan het eind van de steiger.
Daarna doen we eerst boodschappen bij het shopping centrum om de hoek. Om 12 uur worden we de supermarkt uit gezet en zijn dan om half drie weer welkom. Na de lunch het stadje in om ondermeer de Spaanse huizen te bekijken.(incl. museum) Na terugkomst nog gauw 2 jerrycans diesel gehaald bij de pomp van de super. Het wordt al snel donkerder en even later breekt een kort maar hevig noodweer los. Plotseling zien we de parasol van een van de andere schepen langs drijven. Deze drijft met de stroom mee en blijft bij een boomstronk hangen. Na de bui wordt de rubberboot gestreken en de drenkeling op het droge gebracht. De eigenaar had hem nog niet gemist, maar was dol blij dat hij zijn parasol (met zwemdiploma) terug had.
22-6. Het is koel en er staat een stevige bries. De eigenaar van de parasol komt een kruikje kruidenbitter aanbieden voor het rescuen van zijn parasol. Even het dorp in voor een stokbrood en er was zelfs een Telegraaf van gisteren. Om half tien maken we los richting Givet. Op het zelfde moment breekt er met veel gekraak aan de overkant een stuk van een boom af. Stevig briesje zei ik al. We varen naar onze eerste hindernis van vandaag namelijk de tunnel van Revin (225 meter). Voor de tunnel ligt een Engelsman die het groene licht niet ziet en vaart, ondanks mijn bezweringen dat het mag, mopperend de tunnel in. In de sluis net om de hoek gaat het feest verder. Maakt zijn schip niet goed vast en tijdens het schutten blijken ook nog zijn lijnen te kort te zijn. Na het uitvaren besluit ik langzaam varend hem de nodige voorsprong te geven zodat ik bij de volgende sluis van hem verlost ben. Tot mijn grote verbazing blijkt hij daar te liggen wachten. De reden wordt al snel duidelijk. Er ligt zoveel hout en stukken boomstronk in de sluis dat de deuren niet meer fatsoenlijk open of dicht kunnen. Uiteindelijk komen we er met veel moeite door en begint het te regenen en nog harder te waaien. Bij Fumay kiezen we eieren voor ons geld, meren af en gaan na de lunch het stadje bekijken. Voor bij het avondeten halen we frites in het plaatselijke frietkot, volgens andere schepelingen de beste frites van Frankrijk, volgens ons een hap vette troep. ‘s-Avonds breekt op de kade de hel los. Een DJ draait in een tentje ”muziek” en dat op niet mis te verstane wijze. (motorurenstand: 651,29; sluizen: 3 en 1 tunnel).
23-6. We gooien om half 10 los en hebben Givet voor vandaag als doel. Het weer is prachtig en alles loopt voorspoedig, tot aan het tunneltje van Ham. Van de andere kant komt een tot privéschip omgebouwde spits met een paniekerige Belg als schipper. Hij kruipt tot grote woede van iedereen incl. de sluiswachter door de tunnel. Hij doet er welgeteld bijna 1,5 uur over. Zelfs met een snelheid van 1 km/uur zou deze tunnel (525 m) niet meer dan een half uur mogen duren. Wat hij allemaal gedaan heeft is een raadsel. Al met al meerden we pas om half 3 in Givet af. De schipperse doet voor het eerst de was met ons campingwasmachinetje en wringer. Binnen 2 uur zijn twee wasjes gedraaid en om half 10 is alles droog en schoon. Op de kade aan de overkant doet een bandje ondertussen zijn best om de DJ van gisteren in Fumay te overtreffen, hetgeen ze overigens niet lukt. (motorurenstand: 655,35; sluizen: 6 en 1 tunnel).
24-6. Na het ontbijt met uiteraard vers stokbrood maken we een stadswandeling. We zijn om 11 uur terug en het waait stevig. Ik vertrouw het weer niet en inderdaad een kwartier later regent het “cats and dogs”. Het blijft de rest van de dag regenen. We boeken een nachtje bij en draaien een film(een brug te ver). De capitain beweert dat de rest van de week droog zal zijn met woensdag zelfs temperaturen van 25 graden of meer. We zullen zien.
25-6. Het is droog! Even een paar boodschappen gedaan en dan om 9 uur op weg. Bij de grens boeken we uit en leveren de télécommande in. Bij de volgende sluis willen de Belgen weten waar we naar toegaan en laten ons vervolgens 3 kwartier in de sluis wachten op de komst van nog twee jachten. Bij Anseremme lopen we de jachthaven binnen en vinden een mooi plekje aan de kade. We hebben nu 1000 km gevaren. Het liggeld bedraagt 12 € incl. stroom en water. Na de lunch wandelen we naar de Lesse (ong. 1 km) en volgen die een paar kilometer stroomopwaarts. Bij een camping is een soort stuw waar de kanovaarders zich met ware doodsverachting afstorten. Het levert een aantal mooie plaatjes op. De schipperse belooft er een paar te mailen naar twee Nederlandse tienerhelden, hetgeen door hen zeer gewaardeerd werd met kreten als gaaf, te gek e.d. Bij terugkomst drinken we een pilsje in het clubhuis waar we ook ’s-avonds een hapje eten. Heerlijke scampi’s in knoflookboter met frietjes en salade. Incl. drankjes 14,60 € p.p. Houden we er in. Het weer was goed en droog met een max. temp. van 22 graden (motorurenstand: 658,37; sluizen: 3).
26-6. We gaan op de fiets een stukje de Lesse volgen. We komen tot kasteel de Walzin en draaien dan om, om nog een paar boodschappen in Anseremme te doen. Na de lunch vertrekken we richting Namen. Het weer is prachtig met temperaturen die omlopen tot 26 graden. Om 9 uur ’s-avonds is het nog 19 graden. We meren af in de jachthaven van d’Amée vlak voor de laatste sluis bij Namen. De schipperse ligt al om 9 uur in bed want ze is doodmoe. Misschien was dat fietsen en dan nog 6 sluizen niet zo’n goed idee. (motorurenstand: 663,15; sluizen: 6).
27-6. We doen eerst boodschappen. Bij de supermarché leveren we de lege Belgische emballage in en kopen een pak houdbare melk voor 0,88 €. 200 meter verder is een Lidl. Hier doen we de rest van de boodschappen en betalen voor een liter melk 0,44 €. Verder commentaar overbodig. Om goed half 11 varen we weg en kunnen gelijk de eerste sluis in. Het weer is prachtig. Temperatuur dik 20 graden en droog. Tegen half 5 zijn we in de jachthaven “de Statte” van Huy. Liggeld voor ons 11 € incl. elektra en water. (motorurenstand: 668,25; sluizen: 3).
28-6. We varen om half 9 uit Huy weg. De eerste sluis staat voor ons open, de tweede duurt even. Aan de andere kant ligt een rits vrachtschepen te wachten. Maar wij kunnen snel mee. We varen door Luik en meren af in de jachthaven van Luik, in de luwte achter een kade. Ondertussen heeft de handmarifoon de geest gegeven, hij geeft geen geluid meer. Uiteindelijk heeft het antieke ding meer dan 25 jaar dienst gedaan. Zal er later nog wel eens naar kijken. Het is heet: 33 graden en er wordt onweer voorspeld. We zullen wel zien en bovendien liggen we goed vast en beschut. Havengeld 7 € excl. TVA van 21 %. (motorurenstand: 672,56; sluizen: 2).
29-6. We zijn er weer vroeg bij. Het is verder droog gebleven maar we hebben toch slecht geslapen. Wat een kl…. herrie van met name het verkeer. De hele nacht raasde het over de kade waaraan we lagen. Voor ons geen jachthaven van Luik meer. We steken om half 9 van wal en gaan richting Maastricht. Het is droog maar er zijn wel buien voorspeld. Vandaag maar 1 sluis(Lanaye) maar wel die met grootste verval van de hele trip: bijna 14 meter (lekker mee gelift met een duwbak). Om half 1 meren we af in Maastricht aan de kade tussen de st.Servaas- en de Wilhelminabrug. Er was nog een gaatje waar we precies tussen pasten. Dan begint het te regenen en we wachten tot het over is. Op ongeveer 500 m. afstand is een shopping plaza met een Jumbo waar we boodschappen doen. Tegen vieren gaan we nog even de stad in en drinken een biertje op het vrijthof. Voor de st. Servaas zijn we te laat, die sluit om 4:30. Bekijken we morgenochtend wel. (motorurenstand: 676,26; sluizen: 1).
30-6. Het is prachtig weer. Na het ontbijt gaan we eerst de st. Servaas bekijken. Werkelijk de moeite waard. Daarna een kopje koffie met een enorm stuk vlaai op het vrijthof en om half 12 zijn we weer op weg. Vandaag het Julianakanaal. Niet mijn favoriete vaarweg, een kwestie van even doorbijten. Om 5 uur meren we af aan een steigertje in het Polderveld bij Heel. Na het eten neem ik de handmarifoon onder handen en zowaar ineens doet ie het weer. Gauw in elkaar gezet en er maar het beste van hopen. (motorurenstand: 681,01; sluizen: 2).
1-7. We varen om kwart voor tien en gaan via sluis Linne en Roermond naar het noorden. Beide sluizen nemen weer zoals gewoonlijk de tijd. De handmarifoon heeft het even gedaan maar gaf al spoedig weer de geest. Ik denk dat we toch aan een nieuwe zullen moeten geloven. Om kwart voor 12 laten we sluis Roermond achter ons en meren een half uurtje later af in het haventje van Neer. We hebben een mooi plekje aan de kade, zodat Zoë ook wat in het gras kan spelen. Het weer is beter dan verwacht, 23 graden en een matig windje. (motorurenstand: 683,30; sluizen: 2).
2-7. We varen om kwart voor tien weg uit Neer en hebben vandaag maar één sluis, die van Belfeld. Het weer is prachtig: geen wind, 21 graden en het zonnetje schijnt. Eerst leggen we aan in de passantenhaven van Kessel (overnachten niet toegestaan) om boodschappen te doen. Er is hier een grote Coop, zelfs eentje die waldkornbrood(ons lievelingsbrood) verkoopt. We passeren de nieuwe stadshaven van Venlo(ziet er goed uit) en meren af bij het haventje van Broekhoven(km 122). Vroeger kon je achter de steiger liggen als je niet te diep stak. We hebben dat vaak en tot volle tevredenheid gedaan. Nu is er een invaartverbod en mag je alleen aan de buitenkant liggen. Dit is erg onrustig want ondanks de waarschuwingsborden voor de veerpont, razen veel schepen veel te snel voorbij. Een gemeerd jachtje achter ons sloeg op een gegeven moment met de reling op de steiger ondanks een paar grote ballonfenders. Het zal me het nachtje wel worden. (motorurenstand: 687,27; sluizen: 1).
3-7. Het werd feest. De hele nacht hebben we liggen stuiteren. Vanmorgen was het eerst nog heftig, daarna was het een stuk rustiger. Niet zo toevallig, want er was een vaartuig van Rijkswaterstaat in de buurt was. Om half 12 maken we los en gaan op weg naar Wanssum. Om 13:00 uur meren we daar af en vinden een plekje aan de kade. ’s-Avonds komt onze jongste dochter met man en kinderen en vieren we het slagen voor VWO en rijbewijs van Michelle, onze oudste kleindochter. (motorurenstand: 689,07; sluizen: 0).
4-7. Het is warm. We doen eerst boodschappen en tanken water. Om half 11 vertrekken we richting Mook. Bij sluis Sambeek is het erg druk. We krijgen aanvankelijk de 2e schutting, maar uiteindelijk gaan we met de 1e mee. Dit tot grote woede van een paar binnenschippers die overigens na ons aangekomen waren. Het werd zelfs een onvriendelijke woordenwisseling tussen hen en de sluismeester die het afkapte met de opmerking dat ook de recreatievaart rechten heeft en dat hij de dienst uitmaakte. Hulde voor de man. We varen door tot de haven van Cuijk en meren af bij jachthaven Brasker in de Kraaijenbergse plassen. ,s-Avonds wil ik even een stukje wandelen met Zoë. Zoals gewoonlijk netjes aan de lijn wandel ik een tiental meters waarna ik geconfronteerd met een briesende havenmeester die mij te verstaan gaf dat het niet toegestaan was om huisdieren uit te laten, terwijl ik de hele avond naar schippers had zitten kijken die ongegeneerd hun honden uitlieten. Maar ja dat waren vaste ligplaatshouders. Terwijl een poesje dat ook even graag de pootjes wil strekken wordt weggekafferd. Voor ons geen jachthaven Brasker meer. (motorurenstand: 693,41; sluizen: 1).
5-7. Na het ontbijt de elektronische sleutel ingeleverd bij een havenmeester die toch wel vond dat hij nogal fel gereageerd had gisteravond. Hij dacht dat onze poes een teckel was en dat ik die op zijn gras aan het uitlaten was. Misschien toch even naar Pearl? Maar goed excuses aanvaard. Om half 10 varen we richting Gouden Ham. Bij de sluis van Grave is het wachten geblazen (bijna 2 uur). De sluismeesteres heeft het duidelijk niet in de hand en herroept eerder genomen beslissingen niet, zodat we maar moesten raden wat er ging gebeuren. Haar faam was haar al vooruit gesneld. In Attigny hadden we al van een Engelsman gehoord dat hij 4 uur had moeten wachten terwijl commerciële schepen die later arriveerde voorgingen. Misschien moet deze mevrouw maar eens een weekje stage lopen bij de sluismeester van Sambeek. Ook het bestuderen van het BPR en met name dan artikel 6.28 is een misschien voor haar een aanrader. Maar afijn we kunnen weer verder en om 3 uur meren we af in de Gouden Ham op een mooi plekje langs de kant. (motorurenstand: 697,36; sluizen: 1).
6-7. Na een regenachtig nachtje en dus ook een vervelende Zoë, gaan we om half 11 op pad. Het regent. Eerst nog even sluis Lith (ruim een uur). De laatste van deze reis. Er zijn twee sluiskolken operationeel maar alleen de oude sluis wordt bediend. Na de sluis wordt het droog en is het wachten toch nog ergens goed voor geweest. Verder gaat het voorspoedig en om 4 uur meren we af in Heusden aan een steigertje onderaan de muur. Lekker vrij en toch de geneugten van een jachthaven. Even het stadje in voor een paar boodschappen en de rest van de dag luieren in het zonnetje. (motorurenstand: 702,06; sluizen: 1).
7-7. Na het ontbijt boodschappen gedaan en daarna richting Biesbosch vertrokken. We meren af op een idyllisch plekje in de Aakvlaai. Het is 1 uur en na de lunch wordt er grote schoonmaak gehouden. De zonnekap krijgt een beurt en de bovenbouw ook. Proberen ook nog de snor van de boeg te poetsen maar dat valt wat tegen. Morgen de rubberboot nog en dan een plekje zoeken waar we TV ontvangst hebben voor de F1 GP en de tour.
8-7. Het zeikt van de regen. Om 11 uur toch maar verkassen naar het steigertje bij de ingang van de Aakvlaai. Het is een natte bedoening. Maar zowaar om 2 uur wordt het droog en na de start van de F1 is de rubberboot aan de beurt. We krijgen hem droog en schoon ingepakt ondanks de voortdurende buien. Het schip is aan de buitenkant nu schoon. Morgen de binnenkant nog en dan naar huis. (motorurenstand: 705,48; sluizen: 0).
9-7. Het is nog steeds regenachtig. We gaan verder met opruimen en varen om 10 uur richting Waspik. Om half 12 zijn we weer in onze thuishaven. Alles de auto in, die ook nog even tegensputtert, maar zijn uiteindelijk om kwart over 12 thuis. (motorurenstand: 707,16; sluizen: 0).
Deze reis naar Frankrijk was, voor ons, een grote tocht welke nogal wat voorbereiding kostte. We zijn 54 dagen van huis geweest, de gevaren afstand bedroeg ca 1380 km, het aantal motoruren bedroeg 213,41 en we hebben daarbij ca. 410 liter diesel verbruikt.
Onderweg zijn we door 186 sluizen geschut en zijn we 6 keer door een tunnel gevaren waarvan de langste 5670 meter was (Riqueval).
Op onderstaande kaart is de route aangegeven die we gevaren hebben. Alle foto's staan in een diashow aan het eind van dit artikel.
De voorbereiding:
Allereerst moet het schip officieel over twee marifoons beschikken. Omdat ik alleen een antieke handmarifoon had en niet over een basiscertificaat marifonie beschikte, werd er een Garmin 100i aangeschaft en door mezelf gemonteerd. (kosten ongeveer 265 €). Nu moest er nog examen gedaan en gehaald worden. Een cursus via internet kostte 70 €; het examen 35 € en het certificaat 27 €. Het gehele traject duurde ongeveer 2 maanden (d.w.z. aanvraag 3 weken, uitslag 3 weken en uitgifte certificaat 2 weken.) Ook besloot ik na 38 jaar vaarervaring toch maar het klein vaarbewijs 1 te halen(zou verplicht zijn in België en Frankrijk). Wel zuur als achteraf blijkt dat je in deze landen zo op een huurschip kan stappen zonder vaarbewijs. Afijn, weer ongeveer 6 weken van aanvraag tot bewijs en de nodige eurootjes.
Route voorbereiding:
Voor België werd de Belgische vaarwegen navigatie atlas & gids van Rouck Geocart (ongeveer 40 €) aangeschaft.
Voor België (Vlaanderen) moet ook een vaarvignet aangeschaft worden. Kosten voor ons schip: 25 €. Let op! Dit vignet is een half jaar geldig. (van 1 jan tot 30 juni of van 1 juli tot 31 december. Dus als je in juni en juli in Belgisch Vlaanderen wilt varen ben je niet met één halfjaar vignet klaar.
Voor Frankrijk: Vaarwijzer Franse binnenwateren van Nelly Duijndam en Hans Westerweel (ongeveer 35 €). Het boek is zeer informatief, bruikbaar en dus een aanrader. Als kaarten werden voor onze route de fluviacartes 8, 14 en 24 van Voies navigables aangeschaft (0ngeveer 65 €).
De kaartinformatie van België zowel als Frankrijk is allerminst up to date ondanks dat de Franse kaarten 8 en 24 van 2011 waren. Ik kom hier in het reisverslag nog op terug.
Verder werd van internet alle mogelijke informatie over bedieningstijden en te verwachte stremmingen geplukt. Toch werden we nog verrast door een stremming (17 dagen) van een sluis in de Grand Cabarit, waardoor we gedwongen waren om te varen via La lys (Leie) en La Deûle. De beste informatie in hierover is te vinden op de Carte des chômages van Voies Navigables de France. We kregen dit kaartje bij het kantoor Voies Navigables de France op ongeveer 300 m van de eerste sluis (Jeu de Mail) in de Grand Cabarit waar ook het vignet werd gekocht (kosten voor 1 maand voor 23,5 m2 : 66,20 €). De laatste kostenpost voor Frankrijk bedroeg die voor de aanschaf van een reddingsboei met lijn (45 €).
Tevens is het handig om een waterslang van voldoende lengte en diverse aansluitingen mee te nemen. In bijna alle Belgische jachthavens zijn geen slangen beschikbaar.(legionella hysterie) Ons bevalt de oprolbare platte slang van Gardena heel goed. Ook is een Franse geaarde stekker handig bleek in Reims. In Veurne(België) werden we geconfronteerd met een grote maat Eurostekker voor 220 V. Neem ook voldoende reserve onderdelen mee voor de motor. Te denken valt aan: filters, brandstofpompje, verstuiver, oliën en vetten e.d. Bootreparatie bedrijven zijn in Frankrijk zeldzaam, evenals kranen die een gemiddeld schip kunnen tillen.
Al met al kostte de voorbereiding incl. marifoon, reddingsboei, vignetten en reserve onderdelen ons ongeveer 650 € en veel tijd.
Reisverslag:
17 mei 2012, het is Hemelvaartsdag en om 12 uur varen we(schipper(70), schipperse(66) en poes Zoë(3)) de haven van Waspik uit met de LUTINE, onze Ten Broeke 875 (bouwjaar 1974), voor onze rondreis door België en Frankrijk.
De Lutine met een “erg vermoeide” schipper.
Vanwege de stevige wind besluiten we om via Mark en Steenbergse vliet richting Volkerak te varen. Om ongeveer 16:00 uur meren we af even voorbij Terheijden aan een balk en een paar palen in de Mark. Het weer was goed en we hebben geen regen gehad. Wel ontdekte we onderweg dat de claxon defect was(de circuitbreaker popte steeds uit) en ondanks verwoede pogingen hem nieuw leven in te blazen moest het 38 jaar oude apparaat(type met compressor) als overleden worden afgeschreven. Tot overmaat van ramp blijkt ook het ankerlicht niet te werken. (motorurenstand: 498.40; sluizen: 1)
18-5. Om ongeveer 09:30 gooien we los en varen verder. Het zonnetje breekt door en er steek een stevig briesje op. Het is best lekker weer. Bij de spoorbrug van Zevenbergen loopt het spaak. Normaal kunnen we er onder door, maar de doorvaartopening wordt aan de andere kant geblokkeerd door een binnenschipper die voor de verkeerde doorgang ligt. De goochemerd ligt zo dicht op de brug dat deze zelfs niet gedraaid kan worden. Na (via de sportknop) contact verkregen te hebben met de brugwachter en een telefoonnummer van de brugwachter voor de sukkel aan de andere kant, varen we na toestemming maar aan de verkeerde kant onder de brug door. Het waait ondertussen hard en we meren om 15:30 af bij Benedensas, wederom aan een balk met palen. (motorurenstand: 503.40; sluizen: 0)
19-5. Het is mooi weer en vertrekken om ongeveer 9 uur naar de jachthaven van Tholen en meren daar om 12 uur af. We lunchen en gaan op pad voor boodschappen. Dat viel even tegen. De C-1000 bleek op ongeveer 1600 m afstand te liggen en dat is lopend met boodschappen toch een heel eind. Op de terugweg nog even een harinkje en wat garnalen gekocht en dan terug naar het schip om het ankerlicht te repareren. Dit bleek nog een hele klus want de dakdoorvoer was stevig geoxideerd. Gelukkig zat er bij de uitgebreide voorraad reserveonderdelen ook nog een nieuwe. Een nieuwe claxon was niet te koop in Tholen. Zal dus moeten wachten tot morgen in Antwerpen. Ondertussen lakte de schipperse het luik. Dan is het alweer etenstijd. (motorurenstand: 506,19; sluizen:0)
20-5. We vertrekken op tijd naar Antwerpen. Het heeft vannacht een paar uur gehoosd en Zoë vond dat maar niets. Ze spookte de hele tijd rond en hield mij aardig uit de slaap. Bij de Kreekraksluizen is het wachten geblazen.
De kreekraksluizen
Duurt meer dan een uur voor we geschut worden. Gelukkig schijnt na de sluis de zon en maken we ons op voor de slag met de haven autoriteiten van Antwerpen. Bij het verplichte meldpunt wordt ons nieuw aangevraagde FD-nummer niet gekend. Ook het 20 jaar oude van onze vorige België-reis is onbekend. Of we het maar even willen regelen in het Willemdok (jachthaven van Antwerpen). Hier komt dan de grote verassing. Het Willemdok is bereikbaar via twee bruggen, waarvan de laatste slechts om de ongeveer 2 uur wordt gedraaid, maar niet tijdens de spitsuren! (als je pech hebt en je komt door de week na twee uur aan dan ben je pas om tegen 6 uur weer aan de beurt. We waren een kwartier te laat maar hadden het“geluk” dat het zondag was en waren rond 4 uur aan de beurt. Dus maar weer wachten, terwijl er geen fatsoenlijke afmeerplaats beschikbaar is. Dan maar afgemeerd op de plaats van de rondvaartboten. Het Willemdok is een mooie, pas vernieuwde jachthaven met alle faciliteiten.(zelfs internet). De havenmeester was al op de hoogte van de FD-nummer problemen en had maar alvast een nieuw aangemaakt. Ons derde dus.(maar wel een goede service van de man). Tegelijk kwam er een telefoontje van de haven autoriteiten met de mededeling dat ze onze oude nummers hadden gevonden, excuus! Die mennekes toch! Na rijp beraad werd besloten om het derde en laatste nummer maar verder te gebruiken. We maken ons op voor het avondeten en besluiten morgen een dag in Antwerpen te blijven om een claxon te kopen(zeer uitgebreide watersportwinkel op de kade) en te monteren. Daarna kunnen we dan nog de stad te bekijken. (motorurenstand: 511,40; sluizen:1)
21-5. Na het ontbijt naar de watersportwinkel. Een nieuwe, dit keer elektrische claxon, gekocht. Ook nog vier zelfborgende RVS moertjes M5 en aan het werk. Tegen de middag was het gefikst en gingen we de stad in. De markt is mooi, maar de kathedraal valt tegen. We eten een frietje en hebben daar de rest van de dag spijt van. Al wandelend komen we in de, door Jezuïeten gestichte, St. Carolus Borromeuskerk terecht.
Interieur St. Carolus Borromeuskerk.
Een ware barokke kunsttempel met schilderijen van o.a. Rubens, die ook een deel van het plafond heeft geschilderd. Drinken nog een pilsje op de kade en gaan terug aan boord.
22-5. Doen rustig aan, tanken en helpen een paar oude mensen naast ons met de reparatie van een dekstoel. Om 10 uur draait de brug en gaan we in konvooi naar de Royerssluis. Daar is het bal. Veel vrachtverkeer dat net als wij met gunstig tij de Schelde op willen. Het gaat verschrikkelijk langzaam (getijde sluis) en er zijn al vrachtschepen die horen dat ze tot 6 uur ‘s-avonds moeten wachten. Wij hebben geluk en kunnen om ongeveer 12 uur nog net achterin de sluis mee en varen nog met gunstig tij de Schelde op.
De schelde bij Antwerpen
Het einddoel voor vandaag is Dendermonde. Het gaat snel met 4 km stroom mee. Onderweg zien we prachtige nieuwe afmeerplaatsen die niet op de kaart staan. Op de smallere gedeeltes zijn veel draaikolken en onderstromingen. Bij Dendermonde is een oude stijger maar geen plaats. We besluiten door te varen naar de sluis en daar achter te overnachten. Bij de sluis kopen we tegelijk ook ons vignet voor België. (motorurenstand: 517,37; sluizen:2)
23-5. Liggen bij de sluis van Dendermonde en vernemen van de sluiswachter dat het tij om 3 uur weer gunstig zou zijn. Ik ga brood halen in Dendermonde en aangezien de fiets niet tegen een kademuur van ongeveer 4 m ophoog te krijgen is ga ik maar te voet. Dat bleek bijna 2 km heen en terug te zijn. Maar ja, tijd zat. Tegen 1 uur meert er een vrachtvaarder af. De schipper vertelt ons dat er 3 km terug op de Dender een pracht van een afmeerplaats voor de sport is, die niet op de kaart staat. Hoezo kaarten up to date! Om 3 uur wagen we het er op. Eerst weer door de sluis en dan de Schelde op. Jawel bijna 3,5 km stroom tegen. Ongeveer 1 uur voor Gent kenterde het tij pas. Vlak achter de Sluis van Merelbeke vinden we een plaatsje in de jachthaven aldaar. Een heerlijke rustige jachthaven met gebruik van elektra, water, wasmachine, droger en internet voor 11 € per nacht. Werkelijk een aanrader. (motorurenstand: 522,53; sluizen:2)
24-5. We blijven een dagje over en gaan op de fiets naar Gent. 10 minuten zei de havenmeester, maar dat bleken er voor ons 40 te zijn. Via het VVV aan de wandel. Fort Gravensteen is prachtig en ook de vele mooie gevels konden ons bekoren.
Fort Gravensteen te Gent.
Na de stadswandeling nog boodschappen gedaan en dan weer terug naar het Lutientje. Het is ondertussen behoorlijk heet en we koelen ons zelf met een lekker biertje.
25-5. Het weer is weer prachtig. Op aanraden van de havenmeester maken we een omweg door Gent en vervolgen ons tocht over de Leie. De tocht door Gent is de moeite niet waard, de Leie daarentegen is prachtig. We eindigen de dag in Deinze aan een aanlegplaats bij de kerk. Supermarkt op 100 m. (motorurenstand: 527,21; sluizen: 0)
Het verlichtte kerkje van Deinze.
26-5. Eerst boodschappen gedaan en dan vertrekken we richting Brugge. Via het verbindingskanaal komen we weer op het kanaal van Gent naar Oostende. Onderweg waait het hard en gaan we tanken in een klein jachthaventje voor speedbootjes. Achteraf geen gelukkige keuze want er was erg weinig ruimte en de oude havenmeester die ons te hulp schoot was niet in staat de boot te houden wat dus lakaverij aan de boeg betekende. Bij het wegvaren kregen we ook nog een veeg van een speedboot en dus moest er weer geverfd en gepoetst worden. Tegen de avond komen we in Brugge aan waar we de pinksterdagen zullen blijven. De jachthaven Flandria is van alle gemakken voorzien, maar 2 € voor een douche is bovenop een havengeld van 13,50 € toch wel pittig. (motorurenstand: 532,42; sluizen: 0)
27-5. We gaan Brugge verkennen op 1ste Pinksterdag. Het was bomvol en we lopen de door de schipperse uitgestippelde route. Het is warm en komen tegen tweeën weer in de jachthaven terug. Het beroemde Begijnhof was een grote teleurstelling(een grote vlakte met lang gras en onkruid). Het hofje van het st. Jozef Godshuis was daarentegen een verademing.
Het hofje van st. Jozef Godshuis te Brugge.
Prachtige bloemperken en een oase van rust. In de kantine van de jachthaven een pilsje gepakt en de F1 race van Monaco bekeken. ’s-Avonds smullen we van een heerlijk Vlaams vispannetje in de kantine.
28-5. Iets koeler maar nog steeds mooi weer. We lopen vandaag de “stille Brugge” route. Het is een stuk rustiger dan gisteren. Ook maken we er een rondvaart.
De twee oudste bruggetjes van Brugge gezien vanuit de rondvaartboot.
Terug in de haven draait de schipperse nog snel een wasje en gaan we onder de douche. Vroeg en moe naar bed.
29-5. Eerst even vers brood gehaald en dan varen we om 10:15 weg richting Oostende. We passeren vlot de eerste drie bruggen. Daarna moeten we in de sluis bijna drie kwartier wachten op een spits die er nog aankwam. Vervolgens is het passeren van de volgende bruggen één langdurige grote wacht- en drijfpartij. Bij de laatste bruggen slaat de spits rechtsaf, wordt verder geholpen, maar wij krijgen dubbel rood voorgeschoteld van de etterbakken. Na de lunchpauze van de heren laten we pas om 13:15 de laatste stadsbrug achter ons. We volgen het kanaal van Gent naar Oostende richting Oostende en leggen aan bij een klein passantensteigertje bij het plaatsje Oudenburg. Het is ondertussen wel 10 graden koeler geworden. (motorurenstand: 536,47; sluizen: 1, maar die zou eigenlijk dubbel moeten tellen)
30-5. We vervolgen onze weg en varen met het eerst volgende konvooi verder richting Nieuwpoort. Bij de Gravensluis begint de ellende wederom. De brugbediening voor de sluis blijkt niet te werken.
De onwillege brug van de Gravensluis te Nieuwpoort.
Eerst twee mannetjes, dan 3 en vervolgens nog een vierde weten de klus in anderhalf uur te klaren. Ondertussen was het tij nog lager geworden maar dank zij onze geringe diepgang konden we toch door. We varen door naar Veurne. Ook hier weer behulpzame handen die ons helpen afmeren aan de erg korte vingersteiger. Het gevolg was wederom enig schilderwerk aan de boeg. (motorurenstand: 542,00; sluizen: 2).
31-5. We doen eerst boodschappen bij de Aldi(jawel) en varen dan richting Duinkerken. Bij de eerste brug gaat het al mis. De brugwachter reageert niet op de marifoon en heeft op de telefoon de fax staan. Weer terug naar de haven om de brugwachter thuis te bezoeken. Hij blijkt er niet te zijn en volgens andere schippers in de haven is dat niets bijzonders. Eindelijk tegen 12 uur komt hij opdagen en draait de brug voor ons. Bij de eerste brug in Frankrijk worden onze gegevens genoteerd en ons verteld dat we op sluis “Jeu de Mail” in Duinkerken ons vignet kunnen kopen, Varen verder naar de laatste sluis in het kanaal de Furnes. De automatische bediening werkt niet en verder ziet hij er uit alsof hij de slag om Duinkerken maar nauwelijks heeft overleeft. Wat een zooitje en wat een troep in het water. Na enig geharrewar via de marifoon over hoe de sluis wel te bedienen, verschijnen er twee mannetjes die er zowaar in slagen ons ongeschonden door de rotzooi te loodsen. We gaan op zoek naar een ligplaats maar in de havens schijnt het niet veilig te zijn. We hakken de knoop door en gaan naar Bergues. Het is een mooi vestingstadje aan het eind van het doodlopende kanaal naar Bergues. Wel 8 km varen en morgen weer terug. (motorurenstand: 547,18; sluizen: 1).
De Lutine voor de stadsmuur van Berques.
1-6. We varen terug naar Duinkerken en liggen voor sluis “Jeu de mail”. Het licht staat op groen maar de deuren zijn dicht. Na ongeveer 10 minuten komt er van de andere kant een spits en gaat ons licht op rood. Als de deuren open gaan en de spits nog uit moet varen gaat ons licht op groen. Volgens ons heeft de sluismeester het licht nog niet gezien. In de sluis worden we voor het vignet verwezen naar het kantoor van de VNF zo’n 300 m verderop. We meren af na de sluis en ik loop naar het kantoor. Het is half 1 en bij het gebouw leer ik van het bordje dat ik om half drie weer welkom ben. Toch maar brutaalweg aangebeld en zo waar, ik wordt geholpen. We varen verder en besluiten een plaatsje te zoeken in het haventje van Clairmarais bij km 110,5 ter hoogte van Saint Omer. Weer een verrassing: de pontons worden helemaal in beslag genomen door rondvaartboten en bovendien ligt er een vaste brug, die weer eens niet op de kaart staat. De brug kunnen we net onderdoor.(ongeveer 2 cm speling) In het haventje vinden we nog net een gaatje en we hopen maar dat het water niet stijgt vannacht. (motorurenstand: 553,14; sluizen: 2).
Zoë met het vrouwtje aan de wandel in “de haven” van Clairmarais
2-6. Het lukt zowaar om weer onder het bruggetje door te komen en we vervolgen onze weg. We kunnen niet de Grand Gabarit blijven volgen want de sluis bij Cuinchy is in onderhoud en gestremd tot 17 juni.
Le Grand Gabarit
We slaan af naar La Lys (Leie) en meren af in het leuke haventje van Haverskerque bij St.Venant. Liggeld 6 € incl. elektra en water en een allervriendelijkste ontvangst. (motorurenstand: 558,41; sluizen: 4).
St. Venant
3-6. We vertrekken bijtijds en draaien tegen vieren La Deûle op. We hebben ondertussen ook kennis gemaakt met de onze eerste afstandbediening voor sluizen (télécommande genoemd), we krijgen hem bij de sluis van Merville voor de sluis van Armantières, maar moeten die bij de volgende sluis op La Deûle ook weer meteen inleveren. Bij de oude sluis van Deûlemont is een jachthaven maar daar worden we weggestuurd. We zouden te diep steken (90 cm?). Ook dit staat niet op de kaart vermeld. Vermoeid gaan we verder en meren af in Quesnoy sur Deûle aan een keurige vingersteiger. Geen liggeld en geen voorzieningen, ook al beweert de kaart anders. Ondertussen is het gaan regenen. (motorurenstand: 564,04; sluizen: 4).
4-6. Het regent nog steeds en het is 13 graden. Toch maar een stokbroodje gehaald. We gaan op weg. Na de eerste sluis varen we verder in de stuurhut. Na de derde zijn we drijfnat en is de temperatuur gezakt naar 11 graden, terwijl het ook nog harder is gaan waaien. We zijn ondertussen Lilles gepasseerd en uiteindelijk wordt het droog en ga ik weer naar buiten. We zijn weer terug op de Grand Cabarit en plannen voor een ligplaats bij km 49,7. Deze plaats is echter onbereikbaar (afgesloten met een hek). We varen koud en verkleumd maar weer door. Bij Courrières wordt ook een ligplaats aangegeven. We varen het canal de Lens een stukje op, maar vanwege de enorme hoop rotzooi in het water keren we snel om. De volgende optie is Courcelles les Lens. Een mooi plekje waar we afmeren aan de lange stijger. Bij de toilletten hangt een lijstje met tarieven. Liggeld: 20 €. Elektra en water 6 €; Douches 3 € en gebruik toilet 0,50 €. Spot goedkoop dus. We zijn bekaf en besluiten toch maar te blijven liggen. (motorurenstand: 570,43; sluizen: 3).
5-6. Om 9 uur is er nog niemand geweest voor het liggeld en we verlaten de haven zonder iets betaald te hebben. De zon schijnt wel maar het is nog steeds koud. We draaien het kanaal van St. Quentin in want we hebben besloten het avontuur met de sleeptunnel aan te gaan.
Kanaal van St. Quentin
Bij de eerste sluis werkt de bediening niet en kan het VNF opdraven. We krijgen onze télécommande voor het kanaal tot aan de tunnel. Normaal moet je de télécommande zelf bemachtigen via een loket op deze sluis. Bij de volgende sluis werkt het weer niet en zien we onze vriend van het VNF weer terug. Bij de derde sluis was hij er al, maar nu lukte het wel. We meren af in de haven van Cambray. Ook hier klopt weer iets niet: Er is geen werkende dieselpomp zoals op de kaart vermeld. Op het fietsje haal ik diesel en we blijven overnachten. (motorurenstand: 578,33; sluizen: 9).
Hieronder een plaatje van een télécommande zoals we die in de eerste sluis keer kregen. Deze heeft vier bedieningsknopjes. Alarme: hiermee kun je de sluisbediening stoppen. Bassinée: hiermee kun je als je ingevaren bent de schutting in werking zetten. Avalant: hiermee kun je de sluis activeren als je afvarend bent. Montant: hiermee kun je de sluis activeren als je opvarend bent.
Later kregen we een télécommande die de het knopje Bassinée niet had. Je activeert de schutting nu door een blauwe stang omhoog te bewegen. Deze stang zit samen met een rode ergens in de sluiswand. Je moet dus wel aan de goede kant afmeren om bij de stangen te kunnen. Meestal zitten de stangen aan de kant van het oude sluiswachterhuisje. De rode stang is overigens om de schutting te stoppen. Aan deze moet je trekken om hem te activeren. Ook zijn er afstandsbedieningen die alleen maar een knopje hebben om de sluis te activeren. Dit dient te geschieden bij de paal waar dat vermeld staat(ici). Op de paal gaat dan een lampje knipperen ten teken dat je signaal ontvangen is. De meeste télécommandes worden door sluiswachters uitgereikt c.q. ingenomen. Op het canal de St.Quentin lever je hem weer,via een kluisje, in bij de laatste sluis of de eerste sluis van het volgende kanaal. Doe je dit laatste niet dan gaan de sluisdeuren niet open en kun je niet verder.
Tenslotte werden we nog geconfronteerd met een rubberslang die aan een soort stellage, een paar honderd meter voor de sluis, boven het water hangt. Je moet deze slang een kwartslag rechtsom draaien. Niet te snel varen anders mis je hem!. Daarna is de procedure weer als met de stangen in de sluiswand.
6-6. Vannacht heeft het gestortregend. Zoë is dan altijd zeer onrustig, dus we hebben weinig geslapen. We gaan op de fiets de stad in en bezoeken de kathedraal en doen daarna boodschappen.
Interieur van de kathedraal van Cambray
Na de lunch gaan we verder en na de 10de sluis geven we er de brui aan. We liggen tussen twee sluizen bij het dorpje Les Rues des Vignes. Ik maak twee 15 meterlijnen klaar voor de sleeptunnel (motorurenstand: 582,58; sluizen: 10).
7-6. Om 8 uur worden we gewekt door geschommel veroorzaakt door een passerende spits.
De Lutine afgemeerd bij Les Rues des Vignes. In de sluis de bewuste spits.
Na het ontbijt gaat het verder door een parkachtig landschap naar het begin van de tunnel. Het is lekker weer en niet koud.
Landschap kanaal van St.Quentin
Begroeide sluisdeur in het kanaal van St. Quentin.
Tegen lunchtijd meren we af bij de sleeptunnel van Riqueval. Om 17:00 uur gaat het volgende konvooi maar we besluiten te blijven liggen tot morgen. Ga je wel mee dan kom je pas tegen 19:00 uur uit de tunnel en moet je vervolgens nog een stuk doorvaren omdat er op het eerste stuk tussen de tunnels een stopverbod geldt. Dat werd ons veel te laat. (motorurenstand: 584,51; sluizen: 7).
Het kanaal voor de tunnel met de stroomkabels voor de sleepboot.
8-6. De grote dag is aangebroken. Na alle indianenverhalen van anderen willen we het nu wel eens zelf meemaken. We worden achter twee spitsen gehangen met onze twee kruislings bevestigde 15 meter lijnen. En om half 10 varen we de tunnel van Riqueval (5670 m) in. Het valt reuze mee. De Franse schipper van de spits waar wij achter hangen versteld de sleeplijnen nog iets zodat ze precies even lang zijn en we probleemloos worden voortgetrokken.
In de tunnel van Regueval achter de LUCETTE
Ik hoef zelfs niet bij te sturen. Alleen hebben we het verschrikkelijk koud. Ondanks de truien die we uit voorzorg hebben aangetrokken komen we bibberend van de kou aan de andere kant. In de tunnel was het 13 graden en erg vochtig. Na 5670 meter is het over en nemen we afscheid van de sleep.
De elektrische sleepboot van de tunnel van Requeval
We blijven de spitsen volgen. Na verloop van tijd legt de tweede aan bij een loswal en blijven we achter de LORE hangen. Aangekomen bij de tweede tunnel,die van de Lesdins of Tronquoy (1098 m) staat het licht op rood. De spits vaart echter door en mijn gedachte is: waar hij vaart kan ik ook varen en bovendien zal hij wel weten wat ie doet. Waar ik geen rekening mee had gehouden was het feit dat hij heel langzaam voer, te langzaam voor mijn ralenti toerental en dus had ik houden en keren achter hem.
We varen achter de LORE de tunnel van de Lesdins of Tronquoy in.
Na de tunnel volgen nog wat sluizen. Bij de laatste sluis voor St. Quentin gaat het fout. We krijgen een stuk touw in de schroef(ik hoor het uiteinde tegen het vlak slaan) en dat is uiterst vervelend. We hebben geen koker boven de schroef en dus hebben we een probleem.
Het schutten wordt meestal geactiveerd door de blauwe stang omhoog te bewegen
We meren af in de haven van St. Quentin, waar de kaart de schipperse een wasmachine had beloofd. De haven was echter failliet en er was geen capitain, geen wasmachine, geen stroom, alleen naar een steiger. Het bijbootje wordt gestreken en ik wroet wat met de pikhaak rond de schroef of ik iets kan voelen. Ik voel niks en draai nog een paar keer vol voor- en achteruit. De onbalans is een stuk minder en ook het slaan tegen het vlak is weg. Ik besluit het even zo te laten en hoop op een wonder. Op het fietsje haal ik diesel en we blijven overnachten. (motorurenstand: 589,15; sluizen: 5 en 2 tunnels).
Sommige tuintjes tussen de sluiskolken worden nog steeds onderhouden ondanks dat er geen sluiswachter meer aanwezig is.
9-6. En vandaag gebeurt het wonder. Nadat we boodschappen hebben gedaan, varen we kort na ons vertrek de volgende sluis in. Bij het achteruit slaan om te stoppen komt voor de boeg een totaal in elkaar gedraaid stuk touw boven drijven mooi gekleurd door onze rode antifouling. De onbalans is ook weg en we zijn dolgelukkig. We varen verder en na nog 12 sluizen meren af in de jachthaven van Chauny. Een plaatje met al zijn bloemen en al z’n faciliteiten. Werkelijk een aanrader. (motorurenstand: 596,10; sluizen: 13).
De jachthaven van Chauny
10-6. De schipperse draait de laatste was en we vertrekken om half 12, verlaten het canal de st. Quentin en slaan het canal de l’Oise à l’Aisne in. Op de eerste sluis leveren we de télécommande in. De omgeving wordt steeds mooier en ook in de bomensoorten komt meer variatie. We meren af in Pinon bij de halte fluvial aldaar. Het is een prima plekje met picknick bankjes en al. Op 100 meter ligt een grote supermarkt van Carrefour en een tankstation. Ik gooi de tanks alvast vol en dan begint het te regenen. (motorurenstand: 601,00; sluizen: 5).
11-6. Zoë is weer erg onrustig van de regen en we hebben dus weinig geslapen. We staan om 7 uur op en gaan om 9 uur boodschappen doen. Het regent nog steeds en we besluiten te wachten tot het weer wat beter wordt.
Ook Zoë houdt niet van regen
Om 11 uur kunnen we weer verder, het dreigt nog steeds, maar op één bui na blijft het droog. We zitten achter de “Elvis”, een spits en het schiet voor geen meter op. In de tunnel van Braye (2365 m.) lopen we steeds weer op hem in, wat heel vervelend en moeilijk varen is. Ik moet steeds met de motor uit z’n werk en de Lutine is dan slecht bestuurbaar.
Houden en keren achter de spits “Elvis” in de tunnel van Braye.
Na de tunnel komen er nog 4 sluizen en we laten hem gaan. We meren af aan een verlaten kade vlak na de splitsing van canal de l’Oise à l’Aisne en canal lateral à l’Aisne. Ik besluit het vetkoord van de binnenste schroefaspakking te vervangen omdat ik nogal wat schroefasvet verlies en er te veel water langs de schroefas binnen komt. De flens komt makkelijk los maar er op is een ander verhaal. Hij is er op geen enkele wijze weer op te krijgen. Een van de bouten staat te ver naar buiten en er moet een grote slangklem aan te pas komen om hem weer in het gareel te krijgen. Het was een lange dag. (motorurenstand: 607,34; sluizen: 8 en 1 tunnel).
Een schutinstallatie op z’n Frans onderhouden.
12-6. We besluiten een uitstapje naar Reims te maken. Als je zo dicht in de buurt bent is zonde om zo’n kans te laten liggen. Slaan dus af bij het canal de l’Aisne à le Marne. Hier maken we kennis met een andere manier van de sluizen activeren. Boven het water hangt een slang waar je aan moet draaien.
De slang een kwart slag rechtsom draaien om de sluis in werking te stellen..
We meren af midden in de stad in de jachthaven. We hebben niet het mooiste stuk van het kanaal gezien. Redelijk veel industrie en verder erg eentonig. Maar goed het doel heiligt de middelen. Morgen gaan we de stad en de kathedraal bekijken. (motorurenstand: 613,33; sluizen: 10).
13-6. Jawel, het miezert en is grauw. We gaan toch maar op stap en bekijken wat we graag wilden zien.
De beroemde kathedraal van Reims in de miezerregen.
Na de middag wordt het droog en we gaan weer terug naar onze oude route. Ondertussen regent het weer en we doen 7 sluizen in de kou en de regen. Dan wordt het weer droog. We meren af bij een klein parkje in het dorpje Variscourt in canal lateral à l’Aisne. Zoë heeft de tijd van haar leven. (motorurenstand: 619,08; sluizen: 10).
De Lutine afgemeerd aan het parkachtige landschap van Variscourt.
14-6. Een prachtige dag. Laten eerst Zoë nog even ravotten en gaan dan weer op weg. Na de 2e sluis varen we het canal des Ardennes op. We vinden een mooi plekje na sluis 11 bij het plaatsje Barby. We doen nog wat onderhoud en luieren verder de avond door. (motorurenstand: 624,03; sluizen: 5).
15-6. Het is de hele nacht droog geweest, maar ’s-morgens plenst het. Later wordt het droog maar het is koud: 11 graden. Brr.. We varen verder het kanaal af en leggen aan in Attigny. De supermarkt is 200 m verder en er is daar ook een tankstation. We doen inkopen en ik vul de dieselvoorraad weer aan. Het is ondertussen wel droog, maar nog steeds koud. (motorurenstand: 628,17; sluizen: 5).
16-6. We liggen nog steeds in Attigny. Het plenst de hele dag en ons plan om de sluizentrap van het Canal des Ardennes te beklimmen valt letterlijk in het water. Nog even een stokbroodje gehaald om de hoek en maar weer verder met dit verslag. Tegen de avond wordt het eindelijk droog en drinken we een kop thee aan dek. Morgen beter.
17-6. En het is beter! Een stralend zonnetje begroet ons en ik haal nog gauw een vers stokbroodje voor het ontbijt. Om ongeveer half 10 gooien we los. Een Duitser die gisteren ook de hele dag is blijven liggen is al om half zeven de wal uitgestormd. Wel jammer voor hem dat op zondag de sluizen pas om 9 uur beginnen te draaien. Ook de automatische! Om ongeveer half 11 begint dan voor ons de daadwerkelijke klim.
Links de eerste sluis van het canal des Ardennes
Het valt niet mee. De sluizen zijn soms hoog(tot 3,70m verval) en de bolders staan alleen op de kade. De trapjes geven soms wat soelaas. Bij de sluizen 4 t/m 26 zit de bediening ook nog voorin, zodat we bij het vollopen de volle laag krijgen. Na 2 uur hard werken denken we te kunnen afmeren aan de enige afmeerplaats die de sluizentrap rijk is. Maar jammer, er is een viswedstrijd gaande en voor ons is er geen plaats in de herberg. In de volgende sluis blijven we dan ook maar even liggen om een broodje te smeren(er was geen ander verkeer te bekennen). Binnen 10 minuten verschijnt het autootje van het VNF met een meneer die ons vriendelijk verzoekt door te varen, want even stoppen in de sluis is niet toegestaan en maakt bovendien de automatische bediening van streek. Al kauwend druipen we af.
Canal des Ardennes. De volgende sluis ligt al te wachten.
Een paar sluizen verder zien we een duif in het water liggen. Met het schepnet wordt het beestje opgevist en op de wal te drogen gezet. Om kwart voor vijf laten we de laatste sluis achter ons (we zijn nu op ongeveer 175 m hoogte) en een kwartiertje later meren we af aan de kade in Le Chesne (geen kosten; gratis stroom en water). Doodmoe besluiten we in de plaatselijke brasserie een hapje te gaan eten. Niet slecht, een grote steak en een bord vol lekkere friet met mayo voor 9.50 € p.p. Na het eten nog even met Zoë gewandeld, die het weer presteerde om in het water te belanden. (motorurenstand: 635,23; sluizen:28).
18-6. Na een vers stokbrood vertrekken we om 10 uur uit Chesne. Het gaat nu dalwaarts en de sluizen zijn wat makkelijker te nemen. Even voorbij de sluis van La Cassine is een mooie afmeerplaats en we leggen even aan om te lunchen en de ruïne te bekijken.
Het lunchplekje bij La Cassine
Deze laatste is echter door hekken afgesloten. We varen rustig verder en bereiken de tunnel van St. Aignan. Volgens de kaart zouden er hier geen lichten zijn, maar de werkelijkheid is anders. We wachten ongeveer 5 minuten en krijgen dan groen licht.
De “niet bestaande lichten” van de tunnel van St. Aignan. Links het paaltje waarbij de afstandsbediening geactiveerd moet worden. De tunnel ligt om de hoek
Afmeren is hier niet mogelijk.
Het tunneltje is niet verlicht en niet erg indrukwekkend.
Na de tunnel gelijk twee sluizen. Om ongeveer 3 uur komen we in Pont-a-Bar aan waar geen ligplaats aan de kades voor de sluis beschikbaar is. De hele kade is bezet door huurschepen van het plaatselijke verhuur- bedrijf. De afstands-bediening werkt niet meer en een andere schipper activeert voor ons de sluis. In de sluis krijgen we een nieuwe afstandsbediening van de VNF. Na de sluis is er ruim voldoende plaats. Dit staat echter niet op de kaart. (motorurenstand: 639,54; sluizen: 6 en 1 tunneltje).
19-6. We vertrekken om half 10 en hebben gelijk al de eerste sluis om op de Maas te komen.
De laatste sluis van het canal des Ardennes of de eerste om de Maas op te komen?. Achter de deuren de Maas.
De eerste 2 sluizen zijn geen probleem maar bij de derde gaat het niet zo vlot. Deze reageert niet op de afstandsbediening en we wachten dus op de VNF. Het probleem wordt opgelost en we varen in. We liggen met twee schepen en het eerste schip initieert het schutten terwijl ik nog op de kant sta met een onwillege meerlijn en bolder te stoeien. De Lutine verdwijnt in de diepte en als de deuren openen, trek ik ze naar het trapje om ook af te dalen en uit te varen. Ondertussen sluiten de deuren. (je zal er maar tussen zitten!) Om de VNF te waarschuwen en ons te bevrijden trek ik aan het alarm. Nu werkt er niets meer inclusief de VNF(er verschijnt niemand). Nadat andere schippers middels de intercom nogmaals een aantal keren alarm hadden geslagen kwam er na ongeveer een half uur het bekende autootje en konden we weer verder. Ondertussen regent het en besluiten we af te meren in de jachthaven van Charleville.
De prachtige jachthaven van Charleville
Een goede keus, ruimte zat, niet duur( voor ons 10,10 € incl. alle voorzieningen. ’s-Avonds nemen we het dagmenu in de snack. Jambon cru, lokale worst, frites, mayo, salade en een ijsje toe. Kosten 9,90 € p.p. Houden we er ook in. Van andere schippers horen we dat er een aantal sluizen is, dat de deuren na een paar minuten zonder pardon sluit. Dus ben je er niet uit of zit je er tussen: eigen schuld, dikke bult! (motorurenstand: 643,06; sluizen: 4).
20-6. Om ongeveer half 10 vertrekken we. Bij de eerste twee sluizen moet er een aantal keren stevig met de blauwe stang gerammeld worden voor er iets gebeurt.
Weer een sluis minder !
Bij Châteux-Regnault is nog een hoekje vrij aan de steiger om boodschappen te doen. Helaas is de super tot 3 uur gesloten. We varen dus verder en vinden alleen nog volle of wel op de kaart aangegeven maar niet bestaande afmeerplaatsen.
Drie van de zogenaamde vier gebroeders aan de Maas.
We besluiten door te varen naar Revin. Bij sluis 48 (Dames de Meuse) gaat het bijna mis. Terwijl we opvaren de sluis in, glijdt de voorste afmeerlijn in het water en volgen er enkele klappen onder het schip. Na inspectie blijkt de lijn ongeveer 3 meter ingekort, maar het restant zit gelukkig niet in de schroef(dachten we). Dit soort lijn zinkt onmiddellijk en er is dus geen gevaar voor anderen. Opgelucht varen we verder. Ook de stijger bij Revin ligt vol, maar om ongeveer 5 uur meren we toch af langszij een ander gastvrij Nederlands jacht.
De prachtige “bloemetjeshaven” van Revin.
We zijn moe en besluiten om een dagje te blijven. Hopelijk komt er morgen een plaatsje vrij en kunnen we boodschappen doen en wat rondkijken. (motorurenstand: 648,57; sluizen: 7).
21-6. Vandaag begint de zomer zeggen ze. De Ardennen vieren dat met een waarschuwing(code oranje) voor zwaar noodweer. We verhalen de Lutine naar een vrij gekomen plaatsje aan het eind van de steiger.
Mooi plaatsje aan het eind van de steiger.
Daarna doen we eerst boodschappen bij het shopping centrum om de hoek. Om 12 uur worden we de supermarkt uit gezet en zijn dan om half drie weer welkom. Na de lunch het stadje in om ondermeer de Spaanse huizen te bekijken.(incl. museum) Na terugkomst nog gauw 2 jerrycans diesel gehaald bij de pomp van de super. Het wordt al snel donkerder en even later breekt een kort maar hevig noodweer los. Plotseling zien we de parasol van een van de andere schepen langs drijven. Deze drijft met de stroom mee en blijft bij een boomstronk hangen. Na de bui wordt de rubberboot gestreken en de drenkeling op het droge gebracht. De eigenaar had hem nog niet gemist, maar was dol blij dat hij zijn parasol (met zwemdiploma) terug had.
22-6. Het is koel en er staat een stevige bries. De eigenaar van de parasol komt een kruikje kruidenbitter aanbieden voor het rescuen van zijn parasol. Even het dorp in voor een stokbrood en er was zelfs een Telegraaf van gisteren. Om half tien maken we los richting Givet. Op het zelfde moment breekt er met veel gekraak aan de overkant een stuk van een boom af. Stevig briesje zei ik al. We varen naar onze eerste hindernis van vandaag namelijk de tunnel van Revin (225 meter). Voor de tunnel ligt een Engelsman die het groene licht niet ziet en vaart, ondanks mijn bezweringen dat het mag, mopperend de tunnel in. In de sluis net om de hoek gaat het feest verder. Maakt zijn schip niet goed vast en tijdens het schutten blijken ook nog zijn lijnen te kort te zijn. Na het uitvaren besluit ik langzaam varend hem de nodige voorsprong te geven zodat ik bij de volgende sluis van hem verlost ben. Tot mijn grote verbazing blijkt hij daar te liggen wachten. De reden wordt al snel duidelijk. Er ligt zoveel hout en stukken boomstronk in de sluis dat de deuren niet meer fatsoenlijk open of dicht kunnen. Uiteindelijk komen we er met veel moeite door en begint het te regenen en nog harder te waaien. Bij Fumay kiezen we eieren voor ons geld, meren af en gaan na de lunch het stadje bekijken. Voor bij het avondeten halen we frites in het plaatselijke frietkot, volgens andere schepelingen de beste frites van Frankrijk, volgens ons een hap vette troep. ‘s-Avonds breekt op de kade de hel los. Een DJ draait in een tentje ”muziek” en dat op niet mis te verstane wijze. (motorurenstand: 651,29; sluizen: 3 en 1 tunnel).
23-6. We gooien om half 10 los en hebben Givet voor vandaag als doel. Het weer is prachtig en alles loopt voorspoedig, tot aan het tunneltje van Ham. Van de andere kant komt een tot privéschip omgebouwde spits met een paniekerige Belg als schipper. Hij kruipt tot grote woede van iedereen incl. de sluiswachter door de tunnel. Hij doet er welgeteld bijna 1,5 uur over. Zelfs met een snelheid van 1 km/uur zou deze tunnel (525 m) niet meer dan een half uur mogen duren. Wat hij allemaal gedaan heeft is een raadsel. Al met al meerden we pas om half 3 in Givet af. De schipperse doet voor het eerst de was met ons campingwasmachinetje en wringer. Binnen 2 uur zijn twee wasjes gedraaid en om half 10 is alles droog en schoon. Op de kade aan de overkant doet een bandje ondertussen zijn best om de DJ van gisteren in Fumay te overtreffen, hetgeen ze overigens niet lukt. (motorurenstand: 655,35; sluizen: 6 en 1 tunnel).
24-6. Na het ontbijt met uiteraard vers stokbrood maken we een stadswandeling. We zijn om 11 uur terug en het waait stevig. Ik vertrouw het weer niet en inderdaad een kwartier later regent het “cats and dogs”. Het blijft de rest van de dag regenen. We boeken een nachtje bij en draaien een film(een brug te ver). De capitain beweert dat de rest van de week droog zal zijn met woensdag zelfs temperaturen van 25 graden of meer. We zullen zien.
25-6. Het is droog! Even een paar boodschappen gedaan en dan om 9 uur op weg. Bij de grens boeken we uit en leveren de télécommande in. Bij de volgende sluis willen de Belgen weten waar we naar toegaan en laten ons vervolgens 3 kwartier in de sluis wachten op de komst van nog twee jachten. Bij Anseremme lopen we de jachthaven binnen en vinden een mooi plekje aan de kade. We hebben nu 1000 km gevaren. Het liggeld bedraagt 12 € incl. stroom en water. Na de lunch wandelen we naar de Lesse (ong. 1 km) en volgen die een paar kilometer stroomopwaarts. Bij een camping is een soort stuw waar de kanovaarders zich met ware doodsverachting afstorten. Het levert een aantal mooie plaatjes op. De schipperse belooft er een paar te mailen naar twee Nederlandse tienerhelden, hetgeen door hen zeer gewaardeerd werd met kreten als gaaf, te gek e.d. Bij terugkomst drinken we een pilsje in het clubhuis waar we ook ’s-avonds een hapje eten. Heerlijke scampi’s in knoflookboter met frietjes en salade. Incl. drankjes 14,60 € p.p. Houden we er in. Het weer was goed en droog met een max. temp. van 22 graden (motorurenstand: 658,37; sluizen: 3).
26-6. We gaan op de fiets een stukje de Lesse volgen. We komen tot kasteel de Walzin en draaien dan om, om nog een paar boodschappen in Anseremme te doen. Na de lunch vertrekken we richting Namen. Het weer is prachtig met temperaturen die omlopen tot 26 graden. Om 9 uur ’s-avonds is het nog 19 graden. We meren af in de jachthaven van d’Amée vlak voor de laatste sluis bij Namen. De schipperse ligt al om 9 uur in bed want ze is doodmoe. Misschien was dat fietsen en dan nog 6 sluizen niet zo’n goed idee. (motorurenstand: 663,15; sluizen: 6).
27-6. We doen eerst boodschappen. Bij de supermarché leveren we de lege Belgische emballage in en kopen een pak houdbare melk voor 0,88 €. 200 meter verder is een Lidl. Hier doen we de rest van de boodschappen en betalen voor een liter melk 0,44 €. Verder commentaar overbodig. Om goed half 11 varen we weg en kunnen gelijk de eerste sluis in. Het weer is prachtig. Temperatuur dik 20 graden en droog. Tegen half 5 zijn we in de jachthaven “de Statte” van Huy. Liggeld voor ons 11 € incl. elektra en water. (motorurenstand: 668,25; sluizen: 3).
28-6. We varen om half 9 uit Huy weg. De eerste sluis staat voor ons open, de tweede duurt even. Aan de andere kant ligt een rits vrachtschepen te wachten. Maar wij kunnen snel mee. We varen door Luik en meren af in de jachthaven van Luik, in de luwte achter een kade. Ondertussen heeft de handmarifoon de geest gegeven, hij geeft geen geluid meer. Uiteindelijk heeft het antieke ding meer dan 25 jaar dienst gedaan. Zal er later nog wel eens naar kijken. Het is heet: 33 graden en er wordt onweer voorspeld. We zullen wel zien en bovendien liggen we goed vast en beschut. Havengeld 7 € excl. TVA van 21 %. (motorurenstand: 672,56; sluizen: 2).
29-6. We zijn er weer vroeg bij. Het is verder droog gebleven maar we hebben toch slecht geslapen. Wat een kl…. herrie van met name het verkeer. De hele nacht raasde het over de kade waaraan we lagen. Voor ons geen jachthaven van Luik meer. We steken om half 9 van wal en gaan richting Maastricht. Het is droog maar er zijn wel buien voorspeld. Vandaag maar 1 sluis(Lanaye) maar wel die met grootste verval van de hele trip: bijna 14 meter (lekker mee gelift met een duwbak). Om half 1 meren we af in Maastricht aan de kade tussen de st.Servaas- en de Wilhelminabrug. Er was nog een gaatje waar we precies tussen pasten. Dan begint het te regenen en we wachten tot het over is. Op ongeveer 500 m. afstand is een shopping plaza met een Jumbo waar we boodschappen doen. Tegen vieren gaan we nog even de stad in en drinken een biertje op het vrijthof. Voor de st. Servaas zijn we te laat, die sluit om 4:30. Bekijken we morgenochtend wel. (motorurenstand: 676,26; sluizen: 1).
30-6. Het is prachtig weer. Na het ontbijt gaan we eerst de st. Servaas bekijken. Werkelijk de moeite waard. Daarna een kopje koffie met een enorm stuk vlaai op het vrijthof en om half 12 zijn we weer op weg. Vandaag het Julianakanaal. Niet mijn favoriete vaarweg, een kwestie van even doorbijten. Om 5 uur meren we af aan een steigertje in het Polderveld bij Heel. Na het eten neem ik de handmarifoon onder handen en zowaar ineens doet ie het weer. Gauw in elkaar gezet en er maar het beste van hopen. (motorurenstand: 681,01; sluizen: 2).
1-7. We varen om kwart voor tien en gaan via sluis Linne en Roermond naar het noorden. Beide sluizen nemen weer zoals gewoonlijk de tijd. De handmarifoon heeft het even gedaan maar gaf al spoedig weer de geest. Ik denk dat we toch aan een nieuwe zullen moeten geloven. Om kwart voor 12 laten we sluis Roermond achter ons en meren een half uurtje later af in het haventje van Neer. We hebben een mooi plekje aan de kade, zodat Zoë ook wat in het gras kan spelen. Het weer is beter dan verwacht, 23 graden en een matig windje. (motorurenstand: 683,30; sluizen: 2).
2-7. We varen om kwart voor tien weg uit Neer en hebben vandaag maar één sluis, die van Belfeld. Het weer is prachtig: geen wind, 21 graden en het zonnetje schijnt. Eerst leggen we aan in de passantenhaven van Kessel (overnachten niet toegestaan) om boodschappen te doen. Er is hier een grote Coop, zelfs eentje die waldkornbrood(ons lievelingsbrood) verkoopt. We passeren de nieuwe stadshaven van Venlo(ziet er goed uit) en meren af bij het haventje van Broekhoven(km 122). Vroeger kon je achter de steiger liggen als je niet te diep stak. We hebben dat vaak en tot volle tevredenheid gedaan. Nu is er een invaartverbod en mag je alleen aan de buitenkant liggen. Dit is erg onrustig want ondanks de waarschuwingsborden voor de veerpont, razen veel schepen veel te snel voorbij. Een gemeerd jachtje achter ons sloeg op een gegeven moment met de reling op de steiger ondanks een paar grote ballonfenders. Het zal me het nachtje wel worden. (motorurenstand: 687,27; sluizen: 1).
3-7. Het werd feest. De hele nacht hebben we liggen stuiteren. Vanmorgen was het eerst nog heftig, daarna was het een stuk rustiger. Niet zo toevallig, want er was een vaartuig van Rijkswaterstaat in de buurt was. Om half 12 maken we los en gaan op weg naar Wanssum. Om 13:00 uur meren we daar af en vinden een plekje aan de kade. ’s-Avonds komt onze jongste dochter met man en kinderen en vieren we het slagen voor VWO en rijbewijs van Michelle, onze oudste kleindochter. (motorurenstand: 689,07; sluizen: 0).
4-7. Het is warm. We doen eerst boodschappen en tanken water. Om half 11 vertrekken we richting Mook. Bij sluis Sambeek is het erg druk. We krijgen aanvankelijk de 2e schutting, maar uiteindelijk gaan we met de 1e mee. Dit tot grote woede van een paar binnenschippers die overigens na ons aangekomen waren. Het werd zelfs een onvriendelijke woordenwisseling tussen hen en de sluismeester die het afkapte met de opmerking dat ook de recreatievaart rechten heeft en dat hij de dienst uitmaakte. Hulde voor de man. We varen door tot de haven van Cuijk en meren af bij jachthaven Brasker in de Kraaijenbergse plassen. ,s-Avonds wil ik even een stukje wandelen met Zoë. Zoals gewoonlijk netjes aan de lijn wandel ik een tiental meters waarna ik geconfronteerd met een briesende havenmeester die mij te verstaan gaf dat het niet toegestaan was om huisdieren uit te laten, terwijl ik de hele avond naar schippers had zitten kijken die ongegeneerd hun honden uitlieten. Maar ja dat waren vaste ligplaatshouders. Terwijl een poesje dat ook even graag de pootjes wil strekken wordt weggekafferd. Voor ons geen jachthaven Brasker meer. (motorurenstand: 693,41; sluizen: 1).
5-7. Na het ontbijt de elektronische sleutel ingeleverd bij een havenmeester die toch wel vond dat hij nogal fel gereageerd had gisteravond. Hij dacht dat onze poes een teckel was en dat ik die op zijn gras aan het uitlaten was. Misschien toch even naar Pearl? Maar goed excuses aanvaard. Om half 10 varen we richting Gouden Ham. Bij de sluis van Grave is het wachten geblazen (bijna 2 uur). De sluismeesteres heeft het duidelijk niet in de hand en herroept eerder genomen beslissingen niet, zodat we maar moesten raden wat er ging gebeuren. Haar faam was haar al vooruit gesneld. In Attigny hadden we al van een Engelsman gehoord dat hij 4 uur had moeten wachten terwijl commerciële schepen die later arriveerde voorgingen. Misschien moet deze mevrouw maar eens een weekje stage lopen bij de sluismeester van Sambeek. Ook het bestuderen van het BPR en met name dan artikel 6.28 is een misschien voor haar een aanrader. Maar afijn we kunnen weer verder en om 3 uur meren we af in de Gouden Ham op een mooi plekje langs de kant. (motorurenstand: 697,36; sluizen: 1).
6-7. Na een regenachtig nachtje en dus ook een vervelende Zoë, gaan we om half 11 op pad. Het regent. Eerst nog even sluis Lith (ruim een uur). De laatste van deze reis. Er zijn twee sluiskolken operationeel maar alleen de oude sluis wordt bediend. Na de sluis wordt het droog en is het wachten toch nog ergens goed voor geweest. Verder gaat het voorspoedig en om 4 uur meren we af in Heusden aan een steigertje onderaan de muur. Lekker vrij en toch de geneugten van een jachthaven. Even het stadje in voor een paar boodschappen en de rest van de dag luieren in het zonnetje. (motorurenstand: 702,06; sluizen: 1).
7-7. Na het ontbijt boodschappen gedaan en daarna richting Biesbosch vertrokken. We meren af op een idyllisch plekje in de Aakvlaai. Het is 1 uur en na de lunch wordt er grote schoonmaak gehouden. De zonnekap krijgt een beurt en de bovenbouw ook. Proberen ook nog de snor van de boeg te poetsen maar dat valt wat tegen. Morgen de rubberboot nog en dan een plekje zoeken waar we TV ontvangst hebben voor de F1 GP en de tour.
8-7. Het zeikt van de regen. Om 11 uur toch maar verkassen naar het steigertje bij de ingang van de Aakvlaai. Het is een natte bedoening. Maar zowaar om 2 uur wordt het droog en na de start van de F1 is de rubberboot aan de beurt. We krijgen hem droog en schoon ingepakt ondanks de voortdurende buien. Het schip is aan de buitenkant nu schoon. Morgen de binnenkant nog en dan naar huis. (motorurenstand: 705,48; sluizen: 0).
9-7. Het is nog steeds regenachtig. We gaan verder met opruimen en varen om 10 uur richting Waspik. Om half 12 zijn we weer in onze thuishaven. Alles de auto in, die ook nog even tegensputtert, maar zijn uiteindelijk om kwart over 12 thuis. (motorurenstand: 707,16; sluizen: 0).