Winterklaar maken schip

Winterklaar maken dient om lang stilliggen en vorst geen schade te laten berokkenen aan je schip. Over wel of niet in het water overwinteren zijn de meningen verdeeld. In het water is de kans op vorstschade in ieder geval kleiner dan op de wal, omdat de romp de watertemperatuur zal aannemen. Zelfs bij een dikke ijsvloer zal het onderwaterschip nog steeds vorstvrij zijn. Alleen in ondiep water zal in de loop van een vorstperiode de watertemperatuur kunnen zakken tot min nul graden. Wees dan bedacht op het natuurverschijnsel van onderkoeling. In principe kan elk schip een aantal jaren tot de volgende onderhoudsbeurt in het water blijven. Dat geldt ook voor houten en polyester schepen en zeker voor schepen met osmose. Het op wal overwinteren lijkt dé methode om het hout of polyester eens lekker te laten drogen, maar werkt vaak averechts. Bij houten schepen kunnen de huidgangen door krimp openwerken of zelfs scheuren en bij "osmoseklantjes" veranderen de pukkeltjes vaak in grote blazen, doordat het ingetrokken vocht bij droging niet goed weg kan. Verder is het bij lichtgewicht zeilschepen (polyester) van belang de mast te strijken of te verwijderen. De storm van 18-01-2007 heeft weer eens laten zien dat deze boten van de bokken kunnen worden geblazen en in jachthavens waar ze op rij liggen een domino-effect opleveren. Aan vaarwater dat 's winters bij ijsgang zo lang mogelijk wordt opengehouden, is het wel aan te bevelen op wal te overwinteren. Dikke - door ijsbrekers losgewerkte - ijsschotsen kunnen zelfs bij stalen schepen schade veroorzaken. Voor een laag schip, waar schaatsers gemakkelijk op de boorden kunnen komen en krassen veroorzaken, is dat misschien ook verstandiger. Stukvriezen van leidingen en kranen gebeurt overigens tijdens bevriezen en niet zoals hele volksstammen denken tijdens ontdooien. Het misverstand is begrijpelijk, want pas na ontdooien bemerk je dat de boel stuk is. Het doet er ook eigenlijk niet toe, want stuk is stuk...
Accu's: Gescheiden volladen en het liefst tijdens de winterstop wat ontladen/bijladen. Als ze niet te zwaar zijn kan je ze ook mee naar huis nemen en daar af en toe wat ontladen/bijladen. Aan boord kan je dit proces automatiseren door gebruik te maken van een zonnepaneel en een ventilator tegen condensvorming en daarmee twee vliegen in één klap slaan. Een volgeladen accu kan temperaturen van zo'n -45°C doorstaan. Een bijna lege accu kan al stuk gaan bij -10°C. Het enige voordeel van lage temperaturen is dat de zelfontlading in een lager tempo gaat dan 's zomers.
Standpijpen onder de waterlijn (met afsluiter): Draai de kraan dicht. Vul de standpijp met koelvloeistof en draai bij kogelkranen, dat zijn de kranen met een hendel, daarna de kraan open en direct weer dicht. Als je daarbij de pijp of slang op druk brengt (blazen) komt er ook koelvloeistof in de kamer van de afsluitkogel. N.B. dit zal alleen maar nodig zijn bij zeer strenge vorst, want in Nederland zal het water dieper dan pakweg 20cm niet snel bevriezen. Maar goed, dat weet je niet van te voren.Op de wal: alleen de kraan open.
Stand- of loospijpen boven de waterlijn (zonder afsluiter): Hang door de pijp een stukje (tuin)slang dat aan de bovenzijde open en aan de onderzijde afgesloten is met een kurk. Het kan ook met de open zijde in het water, maar dan moet de slang zeker 20cm onder het vlak uitsteken.
Toiletten: Onderwatertoilet: Er mag vanaf 2009 niet meer geloosd worden op buitenwater
Bovenwatertoilet: Er mag vanaf 2009 niet meer geloosd worden op buitenwater.
Ander toilet: Veel mensen zullen gekozen hebben voor een vuilwatertank of chemisch toilet. Bij aansluiting op een vuilwatertank is het meestal voldoende de toevoerleiding van het spoelwater leeg te blazen en wat antivries in de pot te doen en na één doorspoeling aan te vullen tot een laagje in de pot. Een chemisch toilet kan gewoon leeg gemaakt worden.
Drinkwaterinstallatie Vaste drinkwatertank: Leeg maken.
Flexibele watertank: Hoeft niet leeg, maar i.v.m. waterbederf toch aan te bevelen.
Drinkwaterleidingen: Zoveel mogelijk leeg blazen en kranen openen.
Leegblazen kan met behulp van een fietspomp en een (niet te oude) binnenband. Knip de band naast het ventiel door en plak het korte uiteinde dicht. Schuif het lange eind een stukje over de leiding en bindt dit goed vast. Draai nu de band bij de leiding een aantal slagen om zodat er geen lucht door kan en pomp de band op tot ballondikte. Laat de slagen los en de leiding wordt keurig leeggeblazen. Zonodig herhalen.
Brandstofinstallatie: Brandstoftank: Volledig vol tanken anders kan condens ontstaan met kans op de dieselbacterie. Zeker wanneer de tank bij een stalen schip tegen de buitenwand ligt. Als je tijdens de winterstop niet vaart is e.v.t. vlokvorming van dieselolie onbelangrijk, zodra de temperatuur omhoog gaat verdwijnt het euvel. Als je in de winter wel af en toe vaart en de brandstoftank en leidingen zich niet onder de waterlijn bevinden, zorg dan dat de gebunkerde dieselolie van na oktober is. De z.g.n. winterkwaliteit. Deze geeft tot -16º C geen vlokvorming.
Motor: Olie verversen en e.v.t filters vervangen. Nieuwe olie zorgt voor goede conservering tijdens een lange periode van stilstand. Hoewel... Er gaan steeds meer stemmen op dat moderne oliën helemaal niet ververst hoeven te worden. Zeker niet bij een bootmotor met regelmatig toerental. Maar goed... Oude olie kan het best bij warme motor worden afgetapt. Laat de motor na draaien een tijdje met rust om bezinksel gelegenheid te geven naar beneden te zakken. Verwijder daarna de aftapbout onderin de carterpan. Als het door ruimtegebrek niet mogelijk is daar een bak onder te plaatsen, gebruik dan een carterpompje via de peilstokopening, of laat door een motorenbedrijf een permanent carterpompje installeren. Bij gemariniseerde automotoren zonder aangepaste carterpan (zonder kuiltje onder de peilstok) kan het nadeel zijn dat het residu (slijpsel en andere ongerechtigheden) niet helemaal mee komt en in het carter achterblijft.
Brandstofsysteem: Sommige schippers gaan zo ver, dat ze ook het brandstofsysteem beveiligen met een speciale conserveringsolie. Het brandstoffilter wordt verwijderd en men laat de motor even lopen met de conserveringsolie als brandstof, tot deze flink begint te roken. Ikzelf heb dit nooit gedaan en ben van mening dat het alleen zoden aan de dijk zet als het schip voor meerdere jaren opgelegd wordt.
Buitenboordmotor: Olie vervangen, (elk tweede seizoen olie in staartstuk vervangen). Zet een emmer schoon water op een kruk onder de motor, zodat het staartstuk er in hangt, of gebruik een verzwaarde kliko. Motor even laten draaien. Bougiekabels lostrekken. Carburateur aftappen. Water aftappen uit de uitlaatdemper (met een carterpompje gaat dat prima). Draai de bougies er uit, sproei wat motorolie in de gaten, draai de motor een paar slagen rond en zet de bougies weer terug. BB-motoren blijven m.i. ondingen. Simon Carmiggelt schreef in zijn korte verhaal "Bootje": "... zo'n ploffende buitenboordmotor die je, door aan een touwtje te rukken, in werking stelt. Soms lukt dat. Niet vaak". Onze Belgische buur Herman Maes schreef een prachtige verhaal over een net gekocht bootje met bb-motor: "Er is echter nog een klein probleempje: tot op heden zijn we er nog niet in geslaagd om de motor aan de praat te krijgen. Het trekken aan die koord is beenhard en de weerslag ervan doet de handen altijd weer ergens tegenaan slagen". En even verder: "Vanaf 9 uur proberen we de motor te starten. Een volledig uur hebben we nodig maar dan plots lukt het!"Gesloten koelsysteem: Koelvloeistof verversen (uiterlijk om de 2 jaar, de corrosiewerende middelen zijn dan uitgewerkt).
Open koelsysteem zonder thermostaat en wierpot: Een nog weinig voorkomend systeem. Motor starten en inlaatkraan dichtdraaien. Motor afzetten wanneer geen water meer uit de loospijp komt. Beter is om de aanzuigslang boven de inlaatkraan los te koppelen en koelvloeistof te laten opzuigen tot het uit de loospijp komt. Slang weer vastmaken en in beide gevallen de standpijp inpakken met isolatiemateriaal.
Open koelsysteem met thermostaat en wierpot: Motor op temperatuur laten komen want de thermostaat moet open staan, anders wordt het koelwater omgeleid. Daarna stationair laten draaien. Deksel van wierpot halen. Inlaatkraan dichtdraaien. Koelvloeistof in wierpot gieten tot het uit de uitlaat of loospijp komt. Motor stop zetten. Nog iets koelvloeistof bijgieten. Kraan open en direct weer dichtdraaien.
Interkoeling systeem: In het motorcircuit koelvloeistof verversen (uiterlijk om de 2 jaar). Het buitencircuit dat langs de wisselaar loopt behandelen als beschreven bij open koelsysteem. De motor hoeft echter niet op temperatuur te komen. N.B. voor het buitencircuit (watergekoelde uitlaat) kan ook het goedkopere antivries gebruikt worden.
Buitenkant schip: Schoonmaken en in de was zetten. Vlaggen, fenders, touwwerk en demontabel houtwerk (naambordjes) verwijderen. Bij vastzittende bouten en moeren is dieselolie een prima alternatief voor kruipolie. Sluit ontstane gaten af met korte passende boutjes met kunststof sluitringen en een lik vaseline.
Voeding: Mondvoorraad: Minimaal niet-alcoholische dranken en bederfelijke waar mee naar huis nemen. Blikvoer en droog spul als kruiden, macaroni en rijst kan, mits de vervaldatum nog ver weg is, best aan boord blijven.
Gasflessen: Bij overdekte stalling mee naar huis nemen (is meestal verplicht). Bij overwintering in het water is dit overbodig. Propaangas kan goed tegen vorst. Uiteraard de gasfles dichtdraaien.
Verf, kit e.d: Mee naar huis nemen.
Lijnen en schoten van kunststof kan je gehuld in een kussensloop handwarm wassen in de wasmachine. Ze zijn dan weer in tiptop conditie voor het volgend seizoen.
Interieur: Als het kan ventileren en anders gebruik maken van een of meerdere vochtvreters.
Accu's: Gescheiden volladen en het liefst tijdens de winterstop wat ontladen/bijladen. Als ze niet te zwaar zijn kan je ze ook mee naar huis nemen en daar af en toe wat ontladen/bijladen. Aan boord kan je dit proces automatiseren door gebruik te maken van een zonnepaneel en een ventilator tegen condensvorming en daarmee twee vliegen in één klap slaan. Een volgeladen accu kan temperaturen van zo'n -45°C doorstaan. Een bijna lege accu kan al stuk gaan bij -10°C. Het enige voordeel van lage temperaturen is dat de zelfontlading in een lager tempo gaat dan 's zomers.
Standpijpen onder de waterlijn (met afsluiter): Draai de kraan dicht. Vul de standpijp met koelvloeistof en draai bij kogelkranen, dat zijn de kranen met een hendel, daarna de kraan open en direct weer dicht. Als je daarbij de pijp of slang op druk brengt (blazen) komt er ook koelvloeistof in de kamer van de afsluitkogel. N.B. dit zal alleen maar nodig zijn bij zeer strenge vorst, want in Nederland zal het water dieper dan pakweg 20cm niet snel bevriezen. Maar goed, dat weet je niet van te voren.Op de wal: alleen de kraan open.
Stand- of loospijpen boven de waterlijn (zonder afsluiter): Hang door de pijp een stukje (tuin)slang dat aan de bovenzijde open en aan de onderzijde afgesloten is met een kurk. Het kan ook met de open zijde in het water, maar dan moet de slang zeker 20cm onder het vlak uitsteken.
Toiletten: Onderwatertoilet: Er mag vanaf 2009 niet meer geloosd worden op buitenwater
Bovenwatertoilet: Er mag vanaf 2009 niet meer geloosd worden op buitenwater.
Ander toilet: Veel mensen zullen gekozen hebben voor een vuilwatertank of chemisch toilet. Bij aansluiting op een vuilwatertank is het meestal voldoende de toevoerleiding van het spoelwater leeg te blazen en wat antivries in de pot te doen en na één doorspoeling aan te vullen tot een laagje in de pot. Een chemisch toilet kan gewoon leeg gemaakt worden.
Drinkwaterinstallatie Vaste drinkwatertank: Leeg maken.
Flexibele watertank: Hoeft niet leeg, maar i.v.m. waterbederf toch aan te bevelen.
Drinkwaterleidingen: Zoveel mogelijk leeg blazen en kranen openen.
Leegblazen kan met behulp van een fietspomp en een (niet te oude) binnenband. Knip de band naast het ventiel door en plak het korte uiteinde dicht. Schuif het lange eind een stukje over de leiding en bindt dit goed vast. Draai nu de band bij de leiding een aantal slagen om zodat er geen lucht door kan en pomp de band op tot ballondikte. Laat de slagen los en de leiding wordt keurig leeggeblazen. Zonodig herhalen.
Brandstofinstallatie: Brandstoftank: Volledig vol tanken anders kan condens ontstaan met kans op de dieselbacterie. Zeker wanneer de tank bij een stalen schip tegen de buitenwand ligt. Als je tijdens de winterstop niet vaart is e.v.t. vlokvorming van dieselolie onbelangrijk, zodra de temperatuur omhoog gaat verdwijnt het euvel. Als je in de winter wel af en toe vaart en de brandstoftank en leidingen zich niet onder de waterlijn bevinden, zorg dan dat de gebunkerde dieselolie van na oktober is. De z.g.n. winterkwaliteit. Deze geeft tot -16º C geen vlokvorming.
Motor: Olie verversen en e.v.t filters vervangen. Nieuwe olie zorgt voor goede conservering tijdens een lange periode van stilstand. Hoewel... Er gaan steeds meer stemmen op dat moderne oliën helemaal niet ververst hoeven te worden. Zeker niet bij een bootmotor met regelmatig toerental. Maar goed... Oude olie kan het best bij warme motor worden afgetapt. Laat de motor na draaien een tijdje met rust om bezinksel gelegenheid te geven naar beneden te zakken. Verwijder daarna de aftapbout onderin de carterpan. Als het door ruimtegebrek niet mogelijk is daar een bak onder te plaatsen, gebruik dan een carterpompje via de peilstokopening, of laat door een motorenbedrijf een permanent carterpompje installeren. Bij gemariniseerde automotoren zonder aangepaste carterpan (zonder kuiltje onder de peilstok) kan het nadeel zijn dat het residu (slijpsel en andere ongerechtigheden) niet helemaal mee komt en in het carter achterblijft.
Brandstofsysteem: Sommige schippers gaan zo ver, dat ze ook het brandstofsysteem beveiligen met een speciale conserveringsolie. Het brandstoffilter wordt verwijderd en men laat de motor even lopen met de conserveringsolie als brandstof, tot deze flink begint te roken. Ikzelf heb dit nooit gedaan en ben van mening dat het alleen zoden aan de dijk zet als het schip voor meerdere jaren opgelegd wordt.
Buitenboordmotor: Olie vervangen, (elk tweede seizoen olie in staartstuk vervangen). Zet een emmer schoon water op een kruk onder de motor, zodat het staartstuk er in hangt, of gebruik een verzwaarde kliko. Motor even laten draaien. Bougiekabels lostrekken. Carburateur aftappen. Water aftappen uit de uitlaatdemper (met een carterpompje gaat dat prima). Draai de bougies er uit, sproei wat motorolie in de gaten, draai de motor een paar slagen rond en zet de bougies weer terug. BB-motoren blijven m.i. ondingen. Simon Carmiggelt schreef in zijn korte verhaal "Bootje": "... zo'n ploffende buitenboordmotor die je, door aan een touwtje te rukken, in werking stelt. Soms lukt dat. Niet vaak". Onze Belgische buur Herman Maes schreef een prachtige verhaal over een net gekocht bootje met bb-motor: "Er is echter nog een klein probleempje: tot op heden zijn we er nog niet in geslaagd om de motor aan de praat te krijgen. Het trekken aan die koord is beenhard en de weerslag ervan doet de handen altijd weer ergens tegenaan slagen". En even verder: "Vanaf 9 uur proberen we de motor te starten. Een volledig uur hebben we nodig maar dan plots lukt het!"Gesloten koelsysteem: Koelvloeistof verversen (uiterlijk om de 2 jaar, de corrosiewerende middelen zijn dan uitgewerkt).
Open koelsysteem zonder thermostaat en wierpot: Een nog weinig voorkomend systeem. Motor starten en inlaatkraan dichtdraaien. Motor afzetten wanneer geen water meer uit de loospijp komt. Beter is om de aanzuigslang boven de inlaatkraan los te koppelen en koelvloeistof te laten opzuigen tot het uit de loospijp komt. Slang weer vastmaken en in beide gevallen de standpijp inpakken met isolatiemateriaal.
Open koelsysteem met thermostaat en wierpot: Motor op temperatuur laten komen want de thermostaat moet open staan, anders wordt het koelwater omgeleid. Daarna stationair laten draaien. Deksel van wierpot halen. Inlaatkraan dichtdraaien. Koelvloeistof in wierpot gieten tot het uit de uitlaat of loospijp komt. Motor stop zetten. Nog iets koelvloeistof bijgieten. Kraan open en direct weer dichtdraaien.
Interkoeling systeem: In het motorcircuit koelvloeistof verversen (uiterlijk om de 2 jaar). Het buitencircuit dat langs de wisselaar loopt behandelen als beschreven bij open koelsysteem. De motor hoeft echter niet op temperatuur te komen. N.B. voor het buitencircuit (watergekoelde uitlaat) kan ook het goedkopere antivries gebruikt worden.
Buitenkant schip: Schoonmaken en in de was zetten. Vlaggen, fenders, touwwerk en demontabel houtwerk (naambordjes) verwijderen. Bij vastzittende bouten en moeren is dieselolie een prima alternatief voor kruipolie. Sluit ontstane gaten af met korte passende boutjes met kunststof sluitringen en een lik vaseline.
Voeding: Mondvoorraad: Minimaal niet-alcoholische dranken en bederfelijke waar mee naar huis nemen. Blikvoer en droog spul als kruiden, macaroni en rijst kan, mits de vervaldatum nog ver weg is, best aan boord blijven.
Gasflessen: Bij overdekte stalling mee naar huis nemen (is meestal verplicht). Bij overwintering in het water is dit overbodig. Propaangas kan goed tegen vorst. Uiteraard de gasfles dichtdraaien.
Verf, kit e.d: Mee naar huis nemen.
Lijnen en schoten van kunststof kan je gehuld in een kussensloop handwarm wassen in de wasmachine. Ze zijn dan weer in tiptop conditie voor het volgend seizoen.
Interieur: Als het kan ventileren en anders gebruik maken van een of meerdere vochtvreters.
Compacte checklist
Met dank aan verzekeringsmaatschappij Oranje onderstaand een compacte checklist die u kunt gebruiken bij het uitvoeren van werkzaamheden om het schip winterklaar te maken.

Checklist winterklaar maken | |
File Size: | 996 kb |
File Type: |