Motorstoring en andere pechkansen op groot water
De KNRM rukt het vaakst uit voor storingen aan de motor. Misschien een goede reden om voordat u van wal steekt eens kritisch naar onderstaande aandachtspunten van uw schip te kijken en de nodige maatregelen te nemen dat in elk geval niet U degene bent die gered moet worden om wat toch wat onnozele redenen zijn:
Voor de start
• Controleer of er voldoende brandstof aan boord is en zorg voor een reservevoorraad.
• Kijk of de brandblussers klaar zijn voor gebruik.
Binnenboordmotor
• Ventileer de boot, vooral de bilge en de motorruimte. Damp onderin het schip betekent explosiegevaar.
• Kijk de boot na op water-, olie- of brandstoflekkage.
• Controleer het oliepeil in de motor en zo nodig in de keerkoppeling.
• Controleer het koelwatersysteem.
• Inspecteer de V-snaar, elektrische verbindingen, waterslangen, brandstoffilter(s) en het uitlaatsysteem.
• Zet de afsluiters voor de koelwaterinlaat open.
• Zet de hoofdschakelaar aan.
• Start de motor en laat hem eerst een paar minuten warmdraaien voor u hem belast.
Buitenboordmotor
• Zorg dat de motor goed aan de spiegel is bevestigd. Controleer het kantelmechaniek en de vergrendeling.
• Controleer of de eventuele bedieningskabels nog soepel gaan.
• Zorg dat er niemand achter u staat wanneer u de motor start met het startkoord.
• Choke niet te overvloedig, anders ‘verzuipt’ de motor. 0
• Controleer het koelwatercircuit, zodra de motor loopt.
• Gebruik de dodemansknop en bevestig het koord aan uw pols of pak.
• Laat de motor eerst een paar minuten warmdraaien voor u hem belast.
Uitzetten Laat na terugkomst de motor nog een paar minuten onbelast lopen voordat u hem uitzet. Zo kan de bedrijfstemperatuur dalen. Dit geldt voor zowel binnenboord- als buitenboordmotoren.
Algemene veiligheidsmaatregelen:
Voor de start
• Controleer of er voldoende brandstof aan boord is en zorg voor een reservevoorraad.
• Kijk of de brandblussers klaar zijn voor gebruik.
Binnenboordmotor
• Ventileer de boot, vooral de bilge en de motorruimte. Damp onderin het schip betekent explosiegevaar.
• Kijk de boot na op water-, olie- of brandstoflekkage.
• Controleer het oliepeil in de motor en zo nodig in de keerkoppeling.
• Controleer het koelwatersysteem.
• Inspecteer de V-snaar, elektrische verbindingen, waterslangen, brandstoffilter(s) en het uitlaatsysteem.
• Zet de afsluiters voor de koelwaterinlaat open.
• Zet de hoofdschakelaar aan.
• Start de motor en laat hem eerst een paar minuten warmdraaien voor u hem belast.
Buitenboordmotor
• Zorg dat de motor goed aan de spiegel is bevestigd. Controleer het kantelmechaniek en de vergrendeling.
• Controleer of de eventuele bedieningskabels nog soepel gaan.
• Zorg dat er niemand achter u staat wanneer u de motor start met het startkoord.
• Choke niet te overvloedig, anders ‘verzuipt’ de motor. 0
• Controleer het koelwatercircuit, zodra de motor loopt.
• Gebruik de dodemansknop en bevestig het koord aan uw pols of pak.
• Laat de motor eerst een paar minuten warmdraaien voor u hem belast.
Uitzetten Laat na terugkomst de motor nog een paar minuten onbelast lopen voordat u hem uitzet. Zo kan de bedrijfstemperatuur dalen. Dit geldt voor zowel binnenboord- als buitenboordmotoren.
Algemene veiligheidsmaatregelen:
- controleer de verbinding tussen de stuurcilinder en de roerkoning(en)
- tap het water af uit de brandstoftank en de waterfilters
- zorg dat een anker gereed ligt om uw schip af te meren terwijl u de motor repareert of hulp inroep
- zorg voor een werkende marifoon of zorg dat u telefoonnummers heeft van organisaties die u op weg kunnen helpen.