Gennep, WSC Paesplas
Een stoere zeemeeuw op een paal kijkt uit over de honderd ligplaatsen waarvan er 63 door leden worden ingenomen. Wie binnen komt varen, ziet al snel of er nog een plekje vrij is. Een rood bordje betekent bezet, geel staat voor vrij. Havenmeester Wiel Kaak is er altijd als de kippen bij om te helpen met aanleggen en vastmaken van de boot. Na een flink aantal uren onafgebroken varen is het heerlijk om de haven binnen te lopen. Met het langzaamste gangetje een plaatsje zoeken en daar opgevangen worden door de behulpzame havenmeester. Dan gaat de motor uit en daalt de rust weer in de haven neer. Het enige wat we dan nog horen zijn de vogels, ganzen en de reigers die blijkbaar wat uit te vechten hebben. OUD ZWEMBAD Wiel vertelt de geschiedenis van de vereniging. “Vroeger lagen de jachten tussen de woonarken aan steigers die we met gesprokkeld materiaal maakten. Je kunt zeggen dat de jachten de steigers bij elkaar hielden. Rond 1970 werden de eerste plannen gesmeed om een vereniging op te richten. De Paesplas was toen nog twee keer zo groot als nu.” Bij baggerwerkzaamheden moesten de arken en de jachten verhuizen naar de industriehaven, maar de inmiddels opgerichte club wilde dat niet. “Wij hadden zin in dit stuk, dat toen nog een afgesloten openluchtzwembad was. De gemeente weigerde ons dat echter te geven.” Na een jaartje aanmodderen namen leden van de vereniging het heft zelf in handen en groeven een doorgang. De gemeente gooide diezelfde dag alle opstallen op het terrein plat. Dit speelde rond 1984, er waren toen ongeveer 25 jachten. VERSE BROODJES Na jarenlang hard werken ligt er nu een prachtig onderhouden terrein met heerlijke douches, een kade voor watersporters die wat slechter ter been zijn, prachtige steigers en een gezellig overdekt terras waar het goed toeven is. Geen eetgelegenheid, geen harde muziek, geen lawaaiige omgeving. Alles hier straalt rust uit. Er staan wasmachines en drogers voor de vakantiewas, er zijn leenfietsen voor hen die boodschappen willen doen in het nabijgelegen Gennep en er is een barbecueplaats voor de hongerige watersporter. “Daar wordt veel gebruik van gemaakt”, vertelt Wiel. Dat geldt trouwens ook voor de broodjesservice en de pizzabezorgdienst. “Ik probeer het onze gasten zoveel mogelijk naar de zin te maken en daar horen verse broodjes bij, vind ik.” Wie voor zeven uur ’s avonds bestelt, vindt de volgende ochtend de croissantjes of andere verse lekkernijen in de kuip. Een dag kan bijna niet beter beginnen. Elke zomer doen veel passanten de Paesplas aan. “Veel van hen zien we elk jaar terug. Er is zelfs een oud-voetballer die al jaren van plan is door te varen naar Maastricht. Hij heeft het nog nooit gehaald, omdat het voor hem geen vakantie is als hij niet even hier is geweest. En dan komt ‘ie niet meer weg.” Andere bekende Nederlanders wisten de Paesplas ook al te vinden. “Midas Dekkers is hier geweest. Hij had gehoord dat hier een bootje lag met de naam Midas en dat wilde hij zien. Het is een geweldige man die ons ontzettend heeft laten lachen.” In het voorseizoen zijn het vooral gasten uit Zuid-Limburg die overnachten op de Paesplas. Later in het seizoen komen de passanten vooral uit Noord- en Zuid-Holland. Internationaal is de Paesplas inmiddels ook bekend. “Er heeft een reportage over onze haven in een buitenlands blad gestaan en dat leverde nogal wat nieuwsgierige watersporters op die met eigen ogen wilden zien wat er zo bijzonder was aan onze haven. Veel Denen, Noren, Zweden en Finnen die nu geregeld terugkomen”, vertelt Wiel. Onlangs kwam er een Italiaan, onderweg van Leeuwarden naar Rome, op de Paesplas. “Toen hij iets in het Italiaans riep, gaf ik hem in zijn eigen taal antwoord. Daar stond de beste man raar van te kijken.” Wiel spreekt namelijk vloeiend Italiaans omdat zijn schoonzuster al jaren in Italië woont en hij en zijn vrouw daar elk jaar naartoe gaan. Veel passanten blijven enkele dagen en verkennen per fiets het mooie achterland. “Je zit hier zo in Nationaal Park de Maasduinen of het Duitse Reichswald.” Voor een lekke band hoeft niemand bang te zijn, Wiel plakt ’m wel. Wiel is al 24 jaar havenmeester bij de Paesplas. “De oud-schipper die het de eerste jaren deed, kreeg verschillende hersenbloedingen. Omdat ik hier toch overdag al heel vaak aanwezig was, vroeg het bestuur of ik zijn taak wilde overnemen tot er iemand anders gevonden was. Je ziet het, ik ben er nu nog steeds.” Voor Wiel zijn gastvrijheid en behulpzaamheid vanzelfsprekend. Dat levert hem zo af en toe een nat pak op. “Tja, dat gebeurt inderdaad wel eens. Dan help ik met aanleggen en houd ik de punt van de boot tegen. Roep ik ‘een beetje achteruit’, gaan ze veel te hard. Dan verlies ik mijn evenwicht en lig ik in het water. Ach, het hoort er allemaal bij. Zolang onze gasten maar tevreden zijn.” Enkele bestuursleden vertellen het nog extremer. Wiel is zo begaan met de boot van de passanten dat hij zelfs zijn hoofd wel eens als stootwil heeft gebruikt om krassen op het schip te voorkomen. Hij is de enige die met zijn fiets over de steiger mag en ook daar gaat het wel eens mis. “Dan heeft hij zo’n haast om bij het volgende schip te komen, dat hij naast de steiger fietst.” En wie eenmaal de behulpzaamheid van deze havenmeester aan den lijve heeft ondervonden, gelooft dat direct. Als de avond valt, verstomt het dagelijks geluid. Je hoort alleen nog het ruisen van de bladeren, een koerende duif en de nog immer vechtende reigers. De Paesplas, een haven voor rustzoekers die genieten van stilte, behulpzaamheid en een grote mate van gastvrijheid.