Marleen Buitendijk van Koninklijke Schuttevaer en Laurens Ebberink, projectmanager Aanleg Maas bij Rijkswaterstaat Limburg. Ebberink: ‘We hebben het serieus opgepakt. Er waren meerdere klachten, maar vooral de kans op hinder door de onverwachte verondiepingen bij de brug van Gennep en bij de haveningang van Heijen kwamen naar voren.’
Verder wordt voortaan minder ontsteend en al helemaal niet onder water in buitenbochten. Er wordt meer bebakend en RWS gaat bij toekomstige aanleg van natuurvriendelijke oeverslangs de Maas meer rekening houden met de manoeuvreerbaarheid van binnenvaartschepen. Daarnaast gaat het Marin met computersimulaties in opdracht van Rijkswaterstaat testen doen met drie types schepen die veel op de Maas varen. Er wordt gekeken hoe de schepen reageren op het profiel van de Maas.Best haalbare
‘Wij zouden natuurlijk het liefst zien dat de hele Maas in het steen zou blijven, maar dat kan niet’, zegt Marleen Buitendijk van nautisch belangenbehartiger Koninklijke Schuttevaer na een overleg vorige week met RWS Limburg. ‘Ik denk dat we op dit moment het best haalbare hebben bereikt.’
‘We hebben het laatste half jaar geïnventariseerd wat de problemen zijn’, zegt Laurens Ebberink, projectmanager Aanleg Maas bij Rijkswaterstaat Limburg. ‘We hebben het serieus opgepakt. Er waren meerdere klachten, maar vooral de kans op hinder door de onverwachte verondiepingen bij de brug van Gennep en bij de haveningang van Heijen kwamen naar voren.
‘Wij willen geen nadelen voor de scheepvaart. Maar RWS dient niet alleen de scheepvaartbelangen, zij zorgt ook voor hoogwaterveiligheid en waterkwaliteit. We moeten bijvoorbeeld voor de Kaderrichtlijn Water ook zorgen voor schoon en gezond rivierwater. Daarvoor is een ondiepe waterzone, waar planten en vissen kunnen gedijen, heel belangrijk. Vanuit de Kaderrichtlijn Water zijn we verplicht hier iets aan te doen.’
Gennep
RWS Limburg vroeg het kennisinstituut Deltares advies over de situatie bij Gennep en te onderzoeken hoe vlot en veilig varen bij natuurvriendelijke oevers toch gerealiseerd kan worden. Aanbevelingen uit het onderzoek gaat RWS voor het merendeel opvolgen bij de nieuwe projecten. Zo zal vaker onder water een deel van de stenen blijven zitten, bijvoorbeeld in risicovolle buitenbochten. In bestaande oevers zoals bij Gennep wordt de verondieping weggehaald, maar verandert er boven water niets. Een andere aanbeveling, om voortaan bij de aanleg van natuurvriendelijke oevers al zand weg te baggeren, zodat dit niet meer in de vaargeul terecht kan komen, wordt ook aangenomen.
Op moeilijke locaties zoals bij haveninvaarten, bij bruggen en versmallingen wordt voortaan niet meer ontsteend om de risico’s op moeilijke manoeuvreerbaarheid van schepen te beperken. Op locaties waar wel natuurvriendelijke oevers worden aangelegd, worden twee tot drie jaar lang extra bodempeilingen uitgevoerd en wordt zo nodig extra gebaggerd. RWS gaat extra bebakening aanbrengen. De aanbeveling om tussen het benedenstroomse einde van een natuurvriendelijke oever en een kunstwerk een afstand van minimaal 550 meter aan te houden met een harde verdediging zal in het aankomende Marin onderzoek verder onderzocht worden.
‘We zijn nu vier jaar bezig met het aanleggen van natuurvriendelijke oevers’, zegt Ebberink. ‘Bij Gennep hebben we ontsteend en is de oever breder geworden. We dachten dat het zand direct naar het midden van de rivier zou zakken en meegenomen zou worden door de rivier, maar dat was niet zo. Het bleef deels liggen en vormde een verondieping. Schippers merkten dat de schepen harder gingen zuigen en dat leverde gezien de brugpijler in het midden van de rivier een gevaarlijke situatie op.‘
Bakens
‘We wilden achteraf gaan bebakenen, maar het bleek dat de oevers door het hoogwater van 2010 en 2012 sneller afkalfden en dat schippers op de radar niet goed meer konden zien waar ze moesten varen. En omdat de oevers minder duidelijk zichtbaar waren, gingen recreanten naar het midden van de vaarweg toe. Meer dan nodig is, want er is nog steeds genoeg diepte, ook buiten de vaargeul, maar optisch lijkt het smaller.’ RWS heeft daarom besloten om vanaf nu tijdelijke bakens neer te leggen, die op termijn worden vervangen door vaste bakens. ‘De Maas krijgt meer bakens dan ooit tevoren’, zegt Ebberink.
RWS Limburg deed ook proeven met vooroevers, waarachter de natuur zich kan ontwikkelen. Bij de IJssel werken die scheepvaartvriendelijke vooroevers, maar niet bij een gestuwde rivier als de Maas. ‘Daar slibt de vooroever snel dicht. We hebben wel vooroevers gemaakt, maar die vallen in ecologisch opzicht erg tegen. Er zijn wel allerlei varianten mogelijk die we wel gaan toepassen. Zo gaan we oude bochtafsnijdingen nu weer uitgraven.’
Bakenbomen
Koninklijke Schuttevaer kreeg ook klachten over bomen en boomstronken die in het water vielen. Ook dat gaat RWS aanpakken. Het gaat om de bomen die in de jaren dertig van de vorige eeuw als baken langs de Maas werden geplant. ‘Die bakenfunctie is vervallen’, zegt Ebberink. ‘Ons beleid is dat we de bomen niet herplanten en niet onderhouden. Een bomendeskundige beoordeelt één keer per jaar de bomen naar stabiliteit en veiligheid. We hanteren een uitsterfbeleid. Het zijn merendeels populieren en ze zijn aan het eind van hun bestaan. Als ze omvallen, laten we ze daar waar dat kan liggen. Eventueel leggen we ze vast met een ketting, zodat ze niet onverwacht kunnen gaan drijven. Het zijn natuurlijke elementen langs de oever.
‘Waar het niet mogelijk is ze te laten liggen, voeren we ze af. We hebben onlangs ook nog vier bomen gekapt die nog recht overeind stonden, maar waarvan we vreesden dat ze de najaarsstormen niet zouden overleven. We hebben het onder controle. Je weet het nooit helemaal zeker, maar we doen er alles aan om te voorkomen dat er bomen in het vaarwater belanden.’
Vaargedrag
Voor het onderzoek van het Marin, dat binnenkort gaat plaatsvinden, gaat Koninklijke Schuttevaer op verzoek van RWS schippers benaderen die bij het onderzoek worden betrokken. Er wordt bijvoorbeeld gekeken naar het effect van wisselende dieptes. ‘Het kan zijn dat de diepte langs een oever met steen acht meter is’, zegt Buitendijk. ‘Als dat abrupt overgaat in een ontsteende oever met een vaargeul met vijf meter diepte, verandert het gedrag van het schip. Vooral diepgeladen schepen voelen dat. Het is nuttig om dat te onderzoeken en daar bij nieuwe werken aan de Maas op voorhand rekening mee te houden. Je kunt achteraf wel baggeren, maar wij vinden dat je dat beter meteen goed kunt doen. Je moet baggeren tot een minimum beperken. Dat geeft ook veel overlast.’ier klikken om te bewerken.
Belangenbehartiging
Helaas is in dit artikel van Schuttevaer niets gemeld van activiteiten door de ANWB, Watersportverbond of NVM. Ook over het gegeven dat de (toch heel zichtbepalende) bomen het loodje moeten leggen staat blijkbaar nergens op de agenda. Een warm welkom voor een kil landschap?