Ervaren schippers weten het: kleine speedboten richten soms hele ravages aan in waterverplaatsende schepen. Varend op de Maas van 's Hertogenbosch naar Sint Andries was zo'n dag. In de verte zie je een witte sluier water op het water, en door ervaring wijs geworden weet je dan dat er een speedboot in aantocht is. Even later kun je ook inschatten: is het een kleintje die een rimpeling in het water achterlaat en een berg lawaai in de lucht, of een wat grotere die een berg water verplaatst, een diep grommend geluid verspreid, en per vaar-minuut tientallen kilo's brandstof lichter wordt. Vooral deze tweede soort geeft, tenzij ze bijtijds inhouden en je met een normale snelheid tegemoet- of opvaren, een enorm lastig te verwerken golfslag. Eén ding hebben beide soorten schepen gemeen: bestuurders/eigenaren die met een glazige blik voor zich uit staren, veelal rijk gelardeerd met tatoeages, maar vrijwel altijd met hetzelfde kapsel: een geschoren koppie. Over een maand staan ze weer aan de lopende band of op de bouwplaats. Dan keert de rust weer terug op het water. Vaak laten ze een forse dotatie aan 's Rijks schatkist achter. Zo heeft ook snelvaren zijn goede kanten. |
0 Comments
Leave a Reply. |
Jachten Onderlinge club voor toervaardersArchives
March 2020
Categories
All
|