
Drie besluiten voor het project ‘Kribverlaging Waal fase 3 en aanleg langsdammen Wamel-Ophemert’ liggen van 9 augustus tot en met 20 september 2012 ter inzage.
Het gaat om deze besluiten en om de stukken die daarop betrekking hebben:
- het projectplan op grond van de Waterwet
- de vergunning op grond van de Natuurbeschermingswet 1998
- de ontheffing op grond van de Flora- en faunawet
Het plan voor de kribverlaging in de Waal maakt deel uit van de Planologische Kernbeslissing Ruimte voor de Rivier (PKB). In 2006 hebben de Tweede Kamer en de Eerste Kamer met de PKB ingestemd.
In de PKB is de keuze gemaakt voor de kribverlaging in de Waal als rivierverruimende maatregel. Naast het verlagen van de kribben omvat de maatregel ook de aanleg van twee langsdammen in de Waal.
De staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu heeft hiervoor eind december 2011 zijn akkoord gegeven. De kribverlaging en aanleg van langsdammen zijn onderdeel van deze PKB-maatregelen:
- Kribverlaging Midden Waal
- Kribverlaging Waal Fort St. Andries
- Kribverlaging Beneden Waal
- West Maas en Waal
- Tiel
- Maasdriel
- Neerijnen
- Zaltbommel
- Lingewaal
- Gorinchem
De aanleg van de langsdammen, de kribverlaging en de verlaging van zeven verlande kribvakken vindt plaats tussen Wamel en Dalem (tussen rivierkilometer 911,5 (gemeente West Maas en Waal) en 952,6 (gemeente Gorinchem)).
Tussen Wamel en Ophemert worden in de twee binnenbochten van de Waal twee langsdammen aangelegd waarbij de kribben en twee gestrekte oevers achter de langsdammen worden verwijderd.
Aan de overzijde van de langsdammen (in de buitenbochten) worden de huidige kribben niet gewijzigd of verlaagd, 3 kribben worden verlengd en de oever achter de langsdammen wordt uitgediept. De krib/veerstoep bij Wamel/Tiel blijft ongewijzigd.
De procedure
Op de voorbereiding en bekendmaking van het projectplan op grond van de Waterwet en de besluiten op grond van de Natuurbeschermingswet 1998 en de Flora- en faunawet is de rijkscoördinatieregeling (artikel 3.35, eerste lid, onderdeel b, van de Wet ruimtelijke ordening) van toepassing.
Dit betekent dat de terinzagelegging van de drie ontwerpbesluiten en daarmee de gelegenheid tot het naar voren brengen van zienswijzen, respectievelijk de bekendmaking van de drie besluiten en de mogelijkheid beroep in te stellen, gelijktijdig plaatsvindt.